Waarschuwing voor verdere aftakeling corporatiewijken

Foto: Google Street View

De leefbaarheid in buurten met veel corporatiewoningen gaat harder achteruit dan verwacht. Mensen voelen zich onveiliger, de overlast neemt heftiger vormen aan en dat maakt de oplossingen complexer, zo blijkt uit onderzoek van de koepel van woningbouwcorporaties Aedes. ‘Veel buurten staan op het punt te veranderen in probleemgebieden als we nu niet ingrijpen.’

Buurten die al zwak waren zijn de laatste jaren nog zwakker geworden. ‘De Vogelaarwijken uit 2007 komen terug als wij niet direct de handen ineenslaan,’ zegt Aedes-bestuurslid Hester van Buren in een reactie op het Rigo-rapport Veerkracht in het corporatiebezit. Het Rijk en gemeenten moeten de handen ineenslaan. De instroom van mensen met een laag inkomen in wijken met corporatiewoningen blijft groeien en huurders met een hoger inkomen verhuizen steeds vaker naar elders. Het is ook een probleem dat in Zaanstad speelt en dat het college in met name Poelenburg en Peldersveld probeert tegen te gaan door duurdere woningen toe te voegen aan het te eenzijdige aanbod.

Zelfredzaamheid

Het aantal kwetsbare groepen, zoals mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, met een licht verstandelijke beperking en met psychiatrische problemen neemt fors toe. Steeds meer mensen met uiteenlopende sociale problemen wonen samen in dezelfde wijk. ‘Deze kwetsbare groepen hebben een verminderde zelfredzaamheid. Velen hebben zorg, ondersteuning of begeleiding nodig. Maar door hun verminderde zelfredzaamheid zijn ze vaak ook minder goed in staat om anderen bij te staan. Daardoor neemt ook de zogenoemde samenredzaamheid in corporatiebuurten af.

Minder sociale cohesie

Tegelijkertijd met de toename van kwetsbare groepen, neemt ook de overlast van buren (en buurtgenoten) toe in het corporatiebezit. Ook problemen met schulden, verslaving en agressief gedrag komen vaker voor, terwijl de sociale cohesie afneemt,’ aldus het rapport. Dit vraagt volgens Aedes om een integrale aanpak. ‘Losse ingrepen hebben geen effect meer. De fase van pleisters plakken is voorbij’, aldus Van Buren.

Leefbaarheid

De leefbaarheid (op basis van de Leefbaarometer) heeft zich in de buurten waar meer dan twee derde van de woningen in het bezit is van corporaties lang gunstig ontwikkeld – zelfs gunstiger dan gemiddeld in Nederland. Sinds 2012 is dat veranderd en gaat de leefbaarheid er achteruit. Steden worden prettiger leefbaar als kwetsbare mensen ook in sociaal sterkere wijken kunnen wonen. Corporaties willen samen met gemeenten meer sturen op spreiding. Gemeenten moeten er zorg voor dragen dat marktpartijen binnen hun projecten ook voldoende sociale huurwoningen opnemen. De Zaanse regels wat dat betreft vindt u hier.

Bron: Leefbaarometer

De corporaties roepen de overheid daarom op om de markttoets af te schaffen, zodat zij ook woningen met een middenhuur kunnen bouwen in wijken waar nu te veel sociale huurwoningen staan. Daarnaast dienen ook kwetsbare huurders de zorg en begeleiding te krijgen die ze nodig hebben. Lokaal maatwerk staat bij corporaties hoog op de agenda, maar zij kunnen dat niet alleen. Gemeenten, corporaties en zorg- en welzijnsorganisaties moeten samen werken aan een integrale sociale buurtaanpak. ‘We kunnen nu nog voorkomen dat er nieuwe Vogelaarwijken ontstaan. Het is niet te laat maar wel één voor twaalf’, volgens Van Buren.

Positieve voorbeelden

Ondanks de algemene trends zijn er ook corporatiebuurten waar de instroom van kwetsbare groepen niet samengaat met een vermindering van de leefbaarheid. In buurten waar het goed gaat wordt daar actief op gestuurd, zo blijkt uit interviews. Door een combinatie van investeren in de kwaliteit van de sociale voorraad, differentiatie in de buurt, sturen op de instroom, afspraken met zorgpartijen over begeleiding bij uitstroom uit de GGZ én met sociaal beheer worden de problemen in die buurten beheersbaar gehouden.

Sturen op instroom

‘Voor de lange termijn lijkt differentiatie van de woningvoorraad de meest aangewezen strategie om de problemen die in de corporatiebuurten ontstaan het hoofd te bieden. Daardoor ontstaat verdunning van de problematiek en kan de zelf- en samenredzaamheid in de wijken worden versterkt. Voor de kortere termijn is dat echter geen oplossing en is intensivering van sociaal beheer noodzakelijk en kan worden overwogen te sturen op de instroom,’ aldus het onderzoeksrapport. Ook daar is in Zaanstad al mee begonnen.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen