Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken heeft Zaanstad toestemming gegeven om een speciaal regime in te voeren voor Poelenburg en Peldersveld, in het kader van de zogenoemde Rotterdamwet.
Dat heeft ze ook aan de Eerste en Tweede Kamer en de provincie Noord-Holland laten weten. Met de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp) kunnen wijken met een hoge werkloosheid (minimaal een kwart van de bewoners) en veel lage inkomens (45 procent van het totaal) worden aangewezen als ‘kansenzone’ en gelden er bijzondere regels. Aan nieuwkomers die minder dan zes jaar in de regio wonen mogen dan inkomenseisen worden gesteld voordat men zich in de betreffende wijk kan vestigen.
Wat mij betreft een gedrocht die Rotterdamwet. Het grotere plaatje begrijp ik best, maar individuele consequenties zijn soms enorm voor mensen die toch al kwetsbaar zijn. #hetdoelheiligtdemiddelenniet
— Jo (@JABDutch80) March 15, 2018
Het gaat bij de Wbmgp om drie artikelen. Artikel 8 geeft de mogelijkheid eisen te stellen aan de aard van het inkomen: uit arbeid, pensioen of studiefinanciering. Met behulp van artikel 9 kan voorrang aan woningzoekenden worden gegeven op basis van sociaal-economische kenmerken als de samenstelling huishouden, leeftijd en/of opleidingsniveau. Artikel 10 maakt het mogelijk om personen die overlast geven of crimineel gedrag vertonen te weigeren. Bijvoorbeeld door het eisen van een Verklaring omtrent Gedrag of het opvragen van politiegegevens.
De minister wijst in haar aanbiedingsbrief aan de politieke organen wel op artikel 9 en 10, maar niet op artikel 8.
