De Rotterdamwet: focussen op wie voorrang krijgt of op wie geweerd wordt?

Foto: Pixabay

De aanwijzing van Poelenburg en Peldersveld als gebieden die in aanmerking komen voor een speciaal regime, was landelijk nieuws. Soms met ronkende koppen. Maar op grond waarvan mag die zogenoemde Rotterdamwet nou eigenlijk worden toegepast in beide wijken? En waar hebben we het nu eigenlijk over?

Aanwijzing op grond van artikel 5, tweede en derde lid van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp) maakt het mogelijk om in de plaatselijke huisvestingsverordening te bepalen dat:

  • bij het verlenen van een huisvestingsvergunning voorrang wordt gegeven aan woningzoekenden die voldoen aan in die verordening vastgelegde sociaal-economische kenmerken;
  • een huisvestingsvergunning niet wordt verleend indien blijkt dat er een gegrond vermoeden is dat potentiele huurders van zestien jaar en ouder zullen leiden tot een toename van overlast of criminaliteit.

Dat geldt zowel voor de sociale huurwoningen en vrije sector huurwoningen van de corporaties als voor particuliere huurwoningen. De maatregel geldt voor vier jaar en kan daarna nog eens met dezelfde termijn worden verlengd mits aan alle voorwaarden wordt voldaan.

Elders wonen

Een van de belangrijkste voorwaarden bij een restrictief toewijzingsbeleid is dat geweigerde huurders voldoende mogelijkheden hebben om elders in de regio onderdak te vinden – loopt dat spaak, dan kan de minister de toestemming intrekken.

In haar motivering om akkoord te gaan met de aanvraag van Zaanstad, gaat minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken uitgebreid in op de situatie in de twee wijken. Op basis van de Leefbaarometer komt naar voren dat Poelenburg en Peldersveld respectievelijk ‘onvoldoende’ en ‘zwak’ scoren.

‘U geeft in uw aanvraag tevens aan dat met name de scores van de Leefbaarometer op de dimensie Bewoners (bevolkingssamenstelling) en de dimensie Veiligheid eraan bijdragen dat de leefbaarheid zwaar onder druk staat in Poelenburg en Peldersveld. Ook uit de Wijkenmonitor komt naar voren dat Poelenburg sterk ondergemiddeld scoort op de dimensies ‘Meedoen’ en ‘Capaciteiten’, ondergemiddeld op ‘Leefomgeving’ en gemiddeld op ‘Sociale binding’,’ schrijft Ollongren.

De Wijkenmonitor richt zich niet op de afzonderlijke buurt Peldersveld, maar op de hele wijk Pelders- en Hoornseveld. Die wijk scoort ondergemiddeld op de dimensies ‘Sociale binding’ en ‘Capaciteiten’, en gemiddeld op de dimensies ‘Meedoen’ en ‘Leefomgeving’. Het gaat hier om wijkgemiddelden.

De buurt Hoornseveld scoort daarbij vanwege de samenstelling van de bevolking aanzienlijk beter dan de buurt Peldersveld.

 

Het grootste deel van de buurt Peldersveld komt daarin als ‘zwak’ naar voren en het gedeelte het dichtst bij de wijk Poelenburg als ‘ruim onvoldoende’. In dat deel staan ook de hoogbouwflats met corporatiewoningen. Hoornseveld scoort gemiddeld ‘ruim voldoende’ tot ‘goed’.

Veiligheid

Poelenburg scoort op Veiligheid een 7,4 en Pelders- en Hoornseveld een 7,4. Beide scoren lager ten opzichte van Zaanstad als geheel met 7,8. Het aantal aangiftes van diefstal en inbraken is er hoog in vergelijking met de rest van Zaanstad. Maar het aantal aangiftes is niet het hele verhaal. Uit onderzoek naar ondermijnende criminaliteit in onder andere Poelenburg (Tops en Van der Torre) blijkt namelijk dat de verleiding van snel geld en status groot is, waardoor opleiding en regulier werk als perspectief voor bewoners uit beeld verdwijnen. Dit leidt tot overlast, dwang, dreiging en geweld.

Programma Ondermijning

Juist de bewoners in kwetsbare wijken lopen een groot risico, zowel om opgenomen te worden in deze netwerken als om er het slachtoffer van te worden. Om de criminele netwerken en de belangrijkste personen aan te pakken, startte Zaanstad een programma Ondermijning met onder andere als aandachtsgebied Poelenburg en Peldersveld. Prioriteit wordt gegeven aan de aanpak van woonfraude. arbeidsuitbuiting, malafide horeca, illegaal gokken en hennepteelt. Dit speelt op aanzienlijke schaal in Poelenburg en Peldersveld:

  • In Poelenburg en Peldersveld hebben in 2015 minder jongvolwassenen een startkwalificatie (73 en 76 procent) in vergelijking met het gemiddelde voor Zaanstad (84 procent);
  • 21 procent van de mensen in Zaanstad met een bijstandsuitkering woont in Poelenburg en Peldersveld, terwijl de bewoners tien procent vormen van het totaal aantal inwoners in Zaanstad (peildatum 1 januari 2017);
  • De stijging van het aantal uitkeringen is in deze wijken in twee jaar tijd veel hoger dan gemiddeld in de gemeente: elf procent in Peldersveld en 21 procent in Poelenburg versus acht procent in heel Zaanstad;
  • In de wijken Pelders- en Hoornseveld en Poelenburg zijn veel minimahuishoudens: zo leeft in Poelenburg één op de vier huishoudens onder de armoedegrens. Het gevolg is dat respectievelijk 26% en 31 procent van de kinderen in Pelders- en Hoornseveld en Poelenburg in armoede opgroeien. In Zaanstad is dit gemiddeld acht procent (2016);
  • In de gesprekken in de wijken kwamen signalen naar boven over overbewoning, woonfraude en illegale onderverhuur en drugshandel. Als wordt gekeken naar het aantal verdachten per 1000 inwoners (2015) scoren de wijk Poelenburg en de buurt Peldersveld slechter dan de rest van Zaanstad (achttien versus elf verdachten). Hetzelfde geldt voor het aantal dertien- tot en met zeventienjarigen met een verwijzing naar HALT (2015);
  • De buurt Peldersveld kent daar bijna het dubbele aantal verwijzingen als het gemiddelde van Zaanstad gemiddeld: 25 versus veertien verwijzingen.

Cijfers van de politie in de periode januari tot en met september 2017 geven het volgende beeld:

  • In Poelenburg zijn in de eerste helft van 2017 39 woninginbraken gepleegd, in Peldersveld 27. In Zaanstad zijn in totaal 372 woninginbraken geweest. Dit betekent dat in Poelenburg 7,2 en Peldersveld 10,5 procent van de inbraken heeft plaatsgevonden. Zaanstad is verdeeld in negentien wijken. Bijna 20 procent van alle inbraken wordt in deze wijk en buurt gepleegd. Het aantal inbraken is dus onevenredig hoog in Poelenburg en Peldersveld;
  • Motorvoertuigen werden in Poelenburg acht keer gestolen en in Peldersveld zes keer. Dit is 11,4 en 8,6 procent van het totaal aantal diefstallen van motorvoertuigen in Zaanstad (70). In Poelenburg en Peldersveld heeft daarmee een groot deel van dit type diefstallen in Zaanstad plaatsgevonden (20 procent);
  • In Zaanstad is sprake geweest van 90 diefstallen/inbraken in boxen/garages/schuren/tuinhuizen en 11,1 procent daarvan vond plaats in Poelenburg.

Het is op basis van deze cijfers en de beschreven woonkwaliteit in de wijken dat Poelenburg en Peldersveld zijn aangewezen voor selectieve woningtoewijzing. Dat betekend concreet dat woningzoekenden met inkomen uit arbeid voorrang krijgen, met daarbinnen weer voorrang voor mensen met een inkomen uit non-commerciële dienstverlening – denk aan het openbaar bestuur, overheidsdiensten, onderwijs, gezondheids- en welzijnszorg, cultuur, sport en recreatie. Daarnaast gaat de voorkeur uit naar mensen met minimaal een startkwalificatie.

Zowel bewoners en professionals van Poelenburg en Peldersveld hebben zelf aangegeven dat er veel mensen met sociaal-economische problemen in de wijken wonen. Ze willen dat dit verandert. Ook uit de voortgangsrapportage over het Actieplan Poelenburg en Peldersveld, in de periode tot 1 oktober 2017, blijkt dat bewoners, ouders, sociale partners als schoolbesturen en corporaties eensgezind zijn in hun analyse dat de instroom van nieuwe achterstandsgroepen zoveel mogelijk een halt moet worden toegeroepen.

Overlast en crimineel gedrag

Het aantal verwijzingen naar HALT ligt in Poelenburg en Peldersveld gemiddeld 60 procent hoger dan gemiddeld in de gemeente. Twintig procent van de woninginbraken in Zaanstad vindt plaats in Poelenburg en Peldersveld. Dit percentage geldt ook voor het aantal gestolen motorvoertuigen. Eén op de acht diefstallen uit onder meer boxen en garages wordt gepleegd in deze wijken.

Zaanstad liet de minister weten dat het voor de bewoners in Poelenburg en Peldersveld belangrijk is dat er minder vaak het verkeerde (criminele) voorbeeld wordt gegeven, waarbij het verkeerde pad met snel geld verdienen een lonkend perspectief is. Daarnaast gaven bewoners aan dat in veel woningen overbewoning is en dat veel mensen illegaal onderverhuren en er sprake is van woonfraude.

Voor de Rotterdamwet kan worden ingezet, dient de gemeenteraad voldoende aannemelijk te hebben gemaakt dat eerder al minder ingrijpende instrumenten zijn ingezet en dat die geen afdoende oplossing hebben bewerkstelligd. Door de financiële crisis werd de financiering voor met name fysieke ingrepen uit het Masterplan Poelenburg geschrapt, maar met het uitvoeringsplan 2012-2015 is er wel wat gebeurd. Zoals:

  • De corporaties hebben de hoog- en middenbouwflats gerenoveerd;
  • De straat Poelenburg is opnieuw ingericht en er zijn op verschillende plekken speelplekken voor kinderen en jongeren;
  • Zoals in heel Zaanstad heeft Poelenburg een Centrum Jong, Sociaal Wijkteam en Jeugdteam. Iedere bewoner met een vraag of een probleem met schulden, werk, opvoeding, zorg kan met zijn/haar vraag in de wijk terecht;
  • Het Sociaal Wijkteam en het Jeugdteam organiseren tal van activiteiten op gebied van sport en cultuur, stimuleren gezond gedrag (voeding, bewegen), bevorderen het leren van de Nederlandse taal, voorkomen schooluitval en geven opvoedingsondersteuning;
  • De uitvoering van de zogenoemde wijkuitvoeringsprogramma’s onder regie van de wijkmanager in samenwerking met verschillende partners is in gang gezet. Sinds februari 2017 is de gemeente aan de slag met het Actieplan Poelenburg en Peldersveld;
  • In dit plan zijn vijf opgaven benoemd (taal, opvoeding en onderwijs, armoede en participatie, jongeren, en vuil) en twee randvoorwaarden die vervuld moeten worden, wil op de genoemde opgaven voldoende tempo kunnen worden gemaakt. Deze randvoorwaarden zijn sturen op een andere samenstelling van de bevolkingsopbouw en het tegengaan van ondermijnende criminaliteit.

De corporaties hebben samen en in gesprek met de gemeente gekeken welke mogelijkheden er zijn om binnen de huidige Huisvestingsverordening te kunnen sturen op de instroom en toewijzing. Dit was onvoldoende het geval. In Poelenburg Oost komen nieuwe woningen, waarbij wordt ingezet op koopwoningen in het middensegment. Op deze manier ontstaat een betere balans tussen sociale huur en andere type woningen.

De politie en straattoezicht (gemeente) hebben de afgelopen tijd extra ingezet op toezicht op straat, onder meer door extra controles door politie en jeugdboa’s. Er is cameratoezicht, opgetreden tegen samenscholingen, gebiedsverboden werden mogelijk en extra surveilleren eveneens. En er zijn drie wijkagenten gekomen waar dat er voorheen één was.

Om hoeveel woningen gaat het?

Maar het kan en moet beter in de twee wijken. De selectieve woningtoewijzing op grond van de Wbmgp heeft betrekking op 2041 woningen in corporatiebezit in Poelenburg en 1457 in  Peldersveld (in totaal 3498). In Poelenburg zijn 162 huurwoningen in particulier bezit en in Peldersveld 165 (in totaal 327). Het percentage huurwoningen in bezit van corporaties en particulieren in Poelenburg en Peldersveld bedraagt daarmee 12,2 procent van het totaal in Zaanstad.

In de woningmarktregio (stadsregio Amsterdam, Amstelland-Meerlanden en Zaanstreek-Waterland) hebben woningbouwcorporaties 256.000 huizen in bezit; in Zaanstad is 26.115. Dat betekent dat het corporatiebezit van Zaanstad op 10,2 procent ligt. In Poelenburg staat 0,8 procent van de corporatiewoningen van de regio, in Peldersveld 0,6 procent. Dit zijn volgens Zaanstad en ook volgens de provincie aanvaardbare percentages, op basis waarvan niet wordt verwacht dat de slagingskansen van afgewezen woningzoekenden ‘significant zullen afnemen’.

Voor de corporatiewoningen betekent dit dat jaarlijks in totaal ongeveer 192 woningen selectief kunnen worden toegewezen. In de stadsregio gaat het in totaal om 8726 woningen die (op basis van de cijfers van 2016) vrijkomen. Het aantal toe te wijzen corporatiewoningen in Poelenburg en Peldersveld maakt dus 2,2 procent uit van het totale aantal in de stadsregio.

Zaanstad wil de selectieve woningtoewijzing laten plaatsvinden op grond van politiegegevens. Dit instrument heeft de voorkeur boven een Verklaring omtrent het gedrag omdat:

  • Een VOG wordt landelijk afgegeven en gaat alleen over gedragingen die geleid hebben tot een justitiële sanctie of straf en dat geeft een beperkt beeld;
  • Woonoverlast komt slechts in beperkte mate in het strafrecht terecht. Informatie op basis van politiegegevens (zoals uit processen-verbaal) geeft een breder beeld en meer mogelijkheden voor het geven van duiding richting de burgemeester over overlastgevend en crimineel gedrag;
  • Op basis van politiegegevens zijn ook voorschriften aan de woonvergunning te verbinden en bij screening op de VOG kan dat niet;
  • Er zijn extra kosten voor een VOG-aanvraag voor toekomstige bewoners, per te screenen gezinslid. 

De minister is daarmee akkoord. Ze wijst Zaanstad er nog eens op dat artikel 9 wordt toegepast om voorrang te verlenen bij de woningtoewijzing aan doelgroepen op basis van bepaalde sociaal-economische kenmerken en dat de ‘geweigerden’ zullen moeten worden gevolgd in verband met het vinden van passende huisvesting in de regio.

De aanwijzing wordt ingetrokken als:

  • Niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden;
  • De afgewezen woningzoekenden onvoldoende mogelijkheden hebben om binnen de regio waarin de gemeente is gelegen voor hen passende huisvesting te vinden;
  • De (volgende) gemeenteraad een verzoek indient tot intrekking.
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen