Aan de verkeerde kant van de streep in de Metropoolregio

16 apr 2019, 11:51 Actueel
zaanstad
Flickr
De Metropoolregio Amsterdam ontwikkelt zich op twee snelheden en Zaanstad zit aan de verkeerde kant. De zuidkant (Amsterdam, Amstelland- Meerlanden, de regio rond Schiphol en het Gooi en de Vechtstreek) gaat beter mee in de vaart der volkeren dan het gebied boven het Noordzeekanaal. In een discussiestuk van de MRA over het beleid in de komende jaren worden de prioriteiten, focus en actielijst opnieuw bekeken. Wat betekent dat voor Zaanstad ?
De centrale boodschap van de MRA is dat de regio i n 2025 een Europese topregio wil zijn ‘ waarin bewoners en bedrijven zich willen vestigen, waar (internationaal) talent en bezoekers zich welkom voelen’. ‘Een regio waarin mensen op een inclusieve manier toegang hebben tot voldoende banen en geschikte woonruimte, er ruimte is en mogelijkheden zijn om duurzaam te ondernemen, te leren en te innoveren. Een regio waarin de leefkwaliteit hoog is en de bereikbaarheid sterk en waarin we stappen hebben gezet op het vlak van klimaatbestendigheid en energietransitie.’

Tweedeling

Nieuw in deze toekomstvisie is
inclusiviteit:
het tegengaan van een tweedeling in de samenleving.
In de lobbybrief die de MRA heeft opgesteld voor het huidige kabinet staat dat de
Metropoolregio
‘van iedereen is en iedereen kansen wil bieden’.
Maar de
onevenwichtige ontwikkeling
en in
de MRA
tussen het
zuiden
en het noorden en
Flevoland
werken inclusiviteit juist tegen. De middenklasse wordt uit het groeigebied verjaagd door onbetaalbare woningen en komt in de goedkopere gemeenten terecht
.
[embed][/embed]

Concurrentie

Tekorten op de arbeidsmarkt aan geschoold personeel leiden er
bovendien
toe dat gemeenten en bedrijven elkaars concurrenten zijn in sectoren die werken aan de energietransitie,
de
woningbouw
en andere essentiele sectoren, waardoor de opgaven in de knel komen. Daarnaast spelen de
tekorten op de arbeidsmarkt in het onderwijs en
de
zorg, waarbij ook een verband bestaat met het onvoldoende beschikbaar zijn van passende huisvesting. De meeste gemeenten beschouwen woningbouw en
de
huisvesting van bedrijven als
een
mogelijkheid de eigen inkomsten te vergroten en een sterkere fiscale positie te creëren,
aldus de notitie.’
Enkele rijkere gemeenten voelen geen aanleiding om (sociale) woningbouw op te voeren.
Dan gaat het mis. G
rootschalige vraagstukken
kunnen niet versnipperd worden opgelost.
[embed][/embed]

Tweet not found

The embedded tweet could not be found…

Magneet Amsterdam

De kernstad Amsterdam heeft een
grote
economische aantrekkingskracht, waardoor woningen, bedrijven en Rijksmiddelen zich daar concentreren en de meeste regionale gemeenten de zeilen moeten bijzetten om een gezond economisch klimaat te blijven behouden,
zo wordt geconstateerd
. Wonen
is daarom cruciaal
: ‘
D
e woningbouwopgave kent een ruimtelijke impact die voor – in ieder geval de komende eeuw – onuitwisbaar is.’
H
et tempo van
het uit de grond stampen van nieuwe huizen
mag
echter
niet ten koste gaan van de kwaliteit van de gehele Metropoolregio.
Voorbeelden van opgaven
die de regio wachten zijn volgens de notitie onder meer
:
  • Een substantieel aandeel betaalbare woningen bouwen dan wel handhaven met een evenwichtige spreiding over de regio.
  • Het formuleren van een economische strategie voor de MRA.
  • Het bereikbaar houden van d e economische toplocaties.
  • Het ontwikkelen van Schiphol en Lelystad als één luchthavensysteem met Schiphol als sterke hub .
  • Het begeleiden van de regionale groei met investeringen in het openbaar vervoer, waarbij een schaalsprong in het regionale OV moet worden gemaakt in het regionaal openbaar vervoerssysteem. En b etaalbaar openbaar vervoer.
Een s chonere economie en leefomgeving staan hoog op de agenda. Prioriteit hebben onder meer het v erbeteren van de aansluiting van het onderwijs op de toekomstige arbeidsmarkt en het f aciliteren van een leven slange ontwikkeling via bij- en omscholing om in elke levensfase kansen op de arbeidsmarkt te houden. Ook het a antrekken van internationale kenniswerkers wordt als belangrijk gezien, ‘ met aandacht voor keerzijde van internationalisering’.

Leefomgeving

Wa
t de kwaliteit van de leefomgeving betreft wordt ingezet op
s
tedelijke vernieuwing
op zowel fysiek als sociaal gebied
, waarbij verbinding
en
word
en
gelegd met verduurzaming, leefbaarheid en woonklimaat.
Daar horen ook m
aatregelen tegen overlast door hitte, droogte, piekbuien
en
bodemdaling
bij. Verder
op de lijst onder andere:
  • Behoud en en vergrot ing van de biodiversiteit.
  • Regionale voedselproductie.
  • Kwaliteitsverbetering van het landschap.
  • Duurzame mobiliteit; zero-emissie mobiliteit en logistiek ten behoeve van luchtkwaliteit.
  • Het bevorderen van cultuurparticipatie en het faciliteren van toekomstbestendige cultuur- en erfgoedsectoren in de gehele MRA.
  • Het t oekomstbestendig maken van materieel en immaterieel erfgoed.
  • Het op een goede en verantwoorde manier ontwikkelen van 5G-netwerken .
Om voor onszelf een krachtige en effectieve MRA Agenda 2.0 te formuleren, moeten we schuurpunten en dilemma’s die dit oplevert transparant maken, aldus de discussienotitie . Voor het formuleren van deze ‘ingewikkeldheden’ is geanalyseerd waar in de huidige MRA Agenda de obstakels blijken te zitten. Daarvan zijn er nogal wat. Bovenaan staat de c oncurrentie om ruimte en geld tussen sectoren, zoals landschap en energie, wonen en werken: verschillende opgaven vragen om ruimte, zoals de woningproductie, werken, bereikbaarheid, de energietransitie, circulaire economie en een aantrekkelijk landschap. D at leidt regelmatig tot conflicten, zowel binnen als buiten bestaand stedelijk gebied. Ook financieel is sprake van concurrentie en is het moeilijk de balans te vinden tussen urgentie en verdienmodellen, aldus de notitie .
[embed][/embed]

Tweet not found

The embedded tweet could not be found…

Energievraagstuk

D e energietransitie speelt daarbij een dominante rol: zelfs als alle beschikbare ruimte voor duurzame energieopwekking wordt benut, dan heeft de MRA nog niet voldoende capaciteit om volledig duurzaam te voorzien in de eigen energievraag. Tegelijkertijd groeit de vraag naar energie ook nog door meer woningen en bedrijven en vooral ook meer stroomvretende datacenters. Het bestaande energienet loopt bovendien tegen zijn grenzen aan.
De k omende maanden vormt de notitie de basisvoor gesprekken met gemeenten en andere bestuursorganen. De reacties worden in juni gebundeld en verwerkt tot een bespreekbaar stuk . In de zomerperiode wordt alle oogst vertaald naar een concept-MRA Agenda 2.0 en vervolgens in december naar de definitieve versie . Vervolgens hebben de afzonderlijke colleges tot de lancering op het MRA Congres in februari 2020 de tijd om de agenda vast te stellen.