Volgens de PVV missen alle besluiten die genomen zijn in de laatste twee digitale raadsvergaderingen van Zaanstad een juridische basis en zijn ze dus niet rechtsgeldig. De gemeente vergat om de vereiste aanpassing van het gemeentelijke Reglement van Orde uit te voeren, hoewel daar ruim een jaar de tijd voor was sinds de uitbraak van corona online vergaderingen mogelijk maakte.
Deze aanpassing van de regels als gevolg van de pandemie werd in Den Haag geregeld via de spoedwet Digitale beraadslaging en besluitvorming provincies, gemeenten, waterschappen en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, maar de PVV wijst erop dat volgens (voormalig) waarnemend minister van Binnenlandse Zaken Raymond Knops daarvoor ook nog plaatselijke aanpassingen in het Reglement van Orde noodzakelijk waren. De lokale regels moeten immers in lijn zijn met nationale wetgeving.
Tegenstander
De PVV is een verklaard tegenstander van digitaal vergaderen en deed daarom niet mee aan de raadsvergaderingen van 25 maart (toen ook de POV uit protest verstek liet gaan) en 22 april. ‘Wij zijn van mening dat deze vorm van vergaderen een ernstige uitholling is van het democratische proces,’ schrijft fractievoorzitter Peter van Haasen in een open brief aan de burgemeester. Hij vraagt Jan Hamming om de twee digitale raadsvergadering onreglementair te verklaren.
Afspraak geschonden
Vorig jaar juni werd in het presidium – de reguliere bijeenkomst van fractievoorzitters – de afspraak gemaakt dat voorbereidende commissievergaderingen (de Zaanstad Beraden) digitaal zouden worden gehouden en de besluitvormende raadsvergaderingen fysiek. ‘Wij hebben hier schoorvoetend mee ingestemd. Nu zijn er personen en partijen die zich niet meer aan deze afspraak wensen te houden ,’ aldus de brief. Hamming besloot in maart om ‘voor één keertje’ van de afspraken af te wijken, maar deed dat deze maand opnieuw. Dat schoot ook de POV al in het verkeerde keelgat.
Overnieuw doen
Volgens PVV-fractievoorzitter Peter van Haasen moeten alle uit de raadsvergaderingen van 25 maart en 22 april voortvloeiende besluiten, amendementen, moties, aanstellingen en toezeggingen ongeldig worden verklaard. ‘Verder dienen wij het verzoek in om zo snel mogelijk een nieuwe, fysieke raadsvergadering in te plannen om de agenda van de onreglementaire, digitale raadsvergaderingen alsnog reglementair te laten houden.’
