Het college wil vanaf 2018 in Poelenburg en Peldersveld voor alle kinderen vanaf twee jaar een voorschools educatief traject creëren , voor vier dagdelen in de week. De gemeenteraad was niet overtuigd en spreekt er na het zomerreces opnieuw over. Maar wat zijn eigenlijk de ervaringen met het voorschool-systeem elders in het land?
In november 2015 besteedde de actualiteitenrubriek Brandpunt er aandacht aan. En de conclusie was niet mis te verstaan: de voorschool heeft geen effect op de ontwikkeling van kinderen met een achterstand. B ijzonder hoogleraar Kinderopvang Ruben Fukkink concludeerde na een analyse van 21 onderzoeken over vijftien jaar tijd: ‘Er is nul resultaat voor rekenen, nul resultaat voor taal, nul voor sociaal emotionele ontwikkeling. Het is nul.’
Destijds waren er zo’n 6000 voorscholen in ons land, in het leven geroepen nadat in de Verenigde Staten prachtige resultaten waren geclaimd in achterstandswijken. Ook internationaal was er toen al kritiek op de voorschoolse educatie in Nederland. De Belgische hoogleraar gezinspolitiek Michel Vandenbroeck verbaasde zich in Brandpunt met name over het gesegregeerde systeem van kinderopvang. ‘Jullie hebben een obsessie met achterstand. Het is geen goed idee om kinderen op te delen in verschillende niveaus. Dat is een segregatie die nooit pedagogisch kan werken. Een van de grote uitdagingen voor Nederland is om die segregatie op te heffen,’ foeterde de hoogleraar uit Gent.
Het probleem bij het in kaart brengen van de effecten van voorschoolse educatie in ons land is dat er bij de start
geen
nul
meting
was
en
dat ook
een geschikte controlegroep
ontbrak
. Verder w
erd
in onderzoek niet gekeken naar de kwaliteit van uitvoering. Niet zelden
bleek
slechts een deel van een programma
voor
voor- en vroegschoolse educatie
(vve) te worden
uitgevoerd of
waren
de basisvoorwaarden, zoals twee beroepskrachten op de groep, niet op orde.
Om echt te kunnen meten of de voorschool (v oorschoolse educatie begint op de peuterspeelzaal of de kinderopvang en vroegschoolse educatie wordt uitgevoerd in groep 1 en 2 van de basisschool ) werkt, zouden specifieke programma’s en experimenten met een willekeurige toewijzing van kinderen nodig zijn , zoals ook in het buitenland gebeurt. Vandenbroeck zou daar in elk geval een groot voorstander van zijn. In de praktijk is ook gebleken dat i nteractie tussen kinderen met verschillende (taal)niveau s helpt om achterstanden in te lopen en dat ‘d oelgroepkinderen’ baat hebben bij variatie in de groep. Zij trekken zich op aan leeftijdsgenootjes met een hoger taalniveau.
Nieuwere onderzoeksresultaten hebben inmiddels aangetoond dat vve wel degelijk kan werken , maar dat er wel aan een aantal strenge voorwaarden moet worden voldaan. Het inhaaleffect voor met name kinderen met een niet-Westerse achtergrond is groter als:
Bovendien is het effect groter wanneer alle betrokkenen bij vve nauw met elkaar samenwerken . Investeringen in het verhogen van de kwaliteit van pedagogisch medewerkers, het stimuleren van opbrengstgericht werken en het versterken van ouderbetrokkenheid hebben zich uitbetaald, meldde de PO-raad - de organisatie voor primair onderwijs - vorig jaar .
Met name intensieve begeleiding bleek te werken:
meer uren, opbrengstgericht werken,
de
combinatie mbo’er en hbo’er op de groep,
de
regie
van de
schoolleider
van de
basisschool
en
een
doorgaande lijn van peutergroep naar kleutergroep
hadden
een positief effect op de ontwikkeling van taal, rekenen en het aandachts- en concentratievermogen van kinderen.
Staatssecretaris Dekker heeft dit jaar en volgend jaar een budget van
4,7 miljoen
euro
per jaar beschikbaar
gesteld
aan kleinere gemeenten
om de educatieve kwaliteit
in voorschoolse voorzieningen
te verbeteren
.
Ook de OESO stelde vorig jaar dat het daar nog aan schort .
In september vorig jaar sprak de Tweede Kamer met deskundigen en mensen uit het veld over het kleuteronderwijs. Om de periode van tweeënhalf tot zes jaar optimaal te benutten, wil de PO-raad een basis voorziening voor alle kinderen scheppen . Daarvoor is een hoogwaardig aanbod in kinderopvang en peuterspeelzalen nodig met specifieke aandacht voor kinderen met een risico op achterstand. De onderbouw van het basisonderwijs ( de groep en 1 en 2) moet hier naadloos op aansluiten.
In de aanloop naar het rondetafelgesprek wees de raad nadrukkelijk op broodnodige investeringen van de overheid in het kleuteronderwijs. Leerkrachten, schoolleiders, opleiders, pedagogen, onderwijskundigen en vertegenwoordigers van de onderwijsinspectie waren het erover eens: onderwijs aan kleuters is een specialisatie die voldoende aandacht, ondersteuning en opleiding vergt.
Daarom pleitten zij voor meer, intensievere en gesubsidieerde opleidingen/nascholing op het gebied van kleuteronderwijs. Ook zou het kleuteronderwijs volgens hen verbeterd kunnen worden door meer docenten en/of klassenassistenten voor de klas te zetten.
De PO-Raad vindt dat specialisaties jong kind/ouder kind bijdragen aan de kennis over een specifieke ontwikkelingsperiode, maar deze specialisaties op de pabo’s moeten niet leiden tot een beperkte inzetbaarheid van leerkrachten. Ook moet er volgens de PO-Raad goed gekeken worden hoe het nascholingsaanbod op het gebied van jonge kinderen (post-HBO en master) nog beter kan worden ingezet om de kennis over de ontwikkeling van jonge kinderen in scholen te vergroten.
Al met al is wel duidelijk geworden dat de aansluiting en een vroege samenwerking tussen de verschillende vormen van onderwijs zowel een voorwaarde als een valkuil is voor het slagen van vve. De gemeenteraad mag zich er over een paar weken de (uitgeruste) hoofden over buigen.