Het bekt niet zo lekker als ‘het kwartje van Kok’ en ook de schaal is niet te vergelijken, maar op de Zaanse Schans is de weerstand tegen de vermakelijkhedenretributie van 0,25 euro even groot als de afkeer van de extra benzineaccijns die in 1991 werd ingevoerd onder verantwoordelijkheid van PvdA-minister Wim Kok (Financiën). Het ‘kwartje van Munnikendam’ heeft echter wel iets gemeen met zijn beruchte voorganger: de invoering van de heffing gaat gewoon door.
Een kleine meerderheid in de gemeenteraad stemde er gisteravond voor, en dan vooral omdat de betrokkenen op de Schans tot nu toe geen alternatief hebben kunnen aandragen ondat ze het daarover maar niet eens kunnen worden. De botsing van belangen in het toeristische wijkje is een terugkerend gegeven, maar de gemeente wil zo langzamerhand dat de Schans nu toch echt gaat bijdragen aan de extra kosten die daar voor de ontvangst van miljoenen mensen moeten worden gemaakt. Vandaar het extra kwartje dat bezoekers volgend jaar moeten gaan betalen voor het bezoek aan een molen, een museum, een rondvaart vanaf de Schans of de huur van een fiets.
Acht ton
Dat de grote commerciële partijen buiten schot blijven zint deze aanbieders van betaalde attracties en diensten niet, maar zij zijn door wethouder Sanna Munnikendam van harte uitgenodigd om wél met een door alle belanghebbenden gedragen voorstel te komen. Dat plan moet dan acht ton opbrengen, want dat is het bedrag dat de gemeente zegt jaarlijks kwijt te zijn aan het herbergen van één van de drukstbezochte trekpleisters van het land. De vraag is overigens of de vermakelijkhedenretributie volgend jaar het gestelde doel zal halen: de meeste toeristen geven immers geen geld uit aan kaartjes voor musea en molens en nemen gratis kennis van het beroemde molenlandschap. Wrang is dan wel weer dat juist de meest geïnteresseerde bezoekers financieel worden afgerekend op die belangstelling.
