Vereniging De Zaansche Molen heeft een jurist laten uitzoeken of een ‘duinkaartmodel’ haalbaar is om als gemeente inkomsten uit de Zaanse Schans te halen en volgens Peter Jan van Steenbergen van de molenclub is de uitkomst dat dit kan werken. De door alle partijen op de Schans afgeschoten vermakelijkhedenretributie zou kunnen worden vervangen door een vorm van entreeheffing zonder de Schans af te sluiten met een hek.
Die mogelijkheid is door het college niet onderzocht, maar het duinkaartenmodel kan functioneren indien met alle eigenaren en rechthebbenden ter plaatse afspraken worden gemaakt over onder meer centrale entreeheffing, de verdeling van de entreegelden en het onderhoud van het terrein en dergelijke én de wegen er door de raad aan de openbaarheid worden onttrokken. Dat betekent dat de Schans geen openbaar terrein meer is en niet langer een weliswaar bijzondere maar ook ook weer gewone woonwijk, maar een plek met een status aparte binnen de gemeente. Het plan van het college is om alleen bezoekers van de Schans die daar een kaartje kopen voor een ‘vermaklijkheid’ als een molen- of museumbezoek of een vaar- of fietstochtje daarover een heffing van 0,25 euro te laten betalen. Dat moet acht ton opleveren volgens de nog vast te stellen begroting voor volgend jaar, maar in de gemeenteraad bestaat sterke twijfel over het realiteitsgehalte van dat bedrag.
Groeiend draagvlak
De Zaansche Molen pleit ervoor om deze denkrichting serieus te onderzoeken en uit te werken. ‘In de wandelgangen zien wij het draagvlak voor zo’n model, waarbij alle bezoekers aan de Zaanse Schans een (kleine) bijdrage betalen voor betreden van het totale gebied, groeien. Wij zijn bereid om hiertoe een eerste aanzet te leveren en samen met stichting de Zaanse Schans en de stakeholders hierin op te trekken,’ zei Van Steenbergen als inspreker in de gemeenteraad.
