De Zaanse Fietsersbond lijkt opnieuw de discussie over de maximumsnelheid op de Zaandamse Westzijde te willen openbreken nu verkeerskundige Adriaan Walraad die Zaanstad terzijde stond bij het oplossen van de puzzel pleit voor het invoeren van zogenoemde witte wegen: voorrangswegen in de bebouwde kom waar geen ruimte is voor fietspaden maar waar toch niet harder mag worden gereden dan 30. Het is een variant die nog niet in de Nederlandse wet is verankerd en die om die reden voor de Westzijde terzijde werd geschoven.
Walraad adviseerde voor de ‘grijze’ Westzijde tussen de Vincent van Goghweg en de Klokbaai een maximusnelheid van 50 kilometer per uur met een weginrichting die gebruikers ertoe aanzet de adviessnelheid van 30 aan te houden. Maar nu wil hij voor dit soort wegen in de bebouwde kom een wettelijke status als witte weg. De Fietsersbond kraait victorie: dit is wat zij van het begin af aan bepleit heeft met het oog op de verkeersveiligheid. En ook voor bijvoorbeeld de Weverstraat in Krommenie zou dit volgens de bond een goede oplossing zijn. Maar niet iedereen lijkt even enthousiast.
De huidige wegcategorisering is bedacht vanuit snelverkeer en in een green paper bouwt Walraad daarop voort met meer aandacht voor de fiets. Op een weg als de Westzijde is het onmogelijk om snel- en langzaam verkeer fysiek uit elkaar te halen en daarvoor heeft Walraad nu iets nieuws bedacht. Als een grijze weg niet omgebouwd kan worden tot een volwaardige, aantoonbaar veilige en geloofwaardige 50-kilometerweg dan wordt 30 de nieuwe snelheid. De grijze weg wordt een witte weg met maatregelen gericht op een langzame maar gestage doorstroming en een goede oversteekbaarheid. Witte wegen hebben de kenmerken van een gebiedsontsluitingsweg in de zin van:
- Voorrangsregeling voor bestuurders op de witte weg;
- Zeer ruime voorzieningen voor de fietsveiligheid door breedte;
- Parkeer- en stopverbod op de rijbaan;
- Oversteekvoorzieningen op strategische punten.
De doorstroming kan er duidelijk beter zijn dan in woonstraten maar daarbij gaat het niet zozeer om snel te rijden als wel om het voorkomen dat het verkeer stilstaat. De rijbaan voor het snelverkeer heeft dan de breedte van een enkele strook: op rustige uren rijdt snelverkeer in het midden en resteert er veel ruimte voor de fietser. Bij toenemende drukte moet snelverkeer uitwijken en is dan te gast. Hogere snelheden worden echter niet fysiek onmogelijk gemaakt met het oog op het openbaar en de hulpdiensten.
