Raad van State acht tijdelijke regels windturbines dubieus

Foto: Pixabay / Alexander Droeger

De afdeling advisering van de Raad van State ‘is er niet van overtuigd’ dat de voorgestelde tijdelijke regels voor bestaande windparken door de beugel kunnen, omdat die inhoudelijk gelijk zijn aan de regels die al golden voordat de afdeling bestuursrechtspraak van de RvS die in strijd met het Europese recht verklaarde.

De afdeling die wettelijke regels beoordeelt voordat die naar de Tweede Kamer gaan ‘is er niet van overtuigd dat die tijdelijke regels het geconstateerde gebrek ongedaan maken’. Maar een oordeel daarover is aan de (Europese) rechter, aldus haar advies over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer. In dat besluit staan algemene bepalingen voor windmolenparken van drie turbines of meer, zoals over  geluid en schaduw. Nieuwe windmolenparken (zoals tussen tussen de bedrijventerreinen Zuiderhout en Nauerna, waar de mogelijke plaatsing van turbines nog wordt onderzocht) moeten nu verplicht worden voorafgegaan door een milieurapportage.

Strijd met Europees recht

In de uitspraak van 30 juni 2021 concludeerde de afdeling bestuursrechtspraak dat voor de windturbinebepalingen een milieubeoordeling had moeten worden gemaakt op grond een Europese richtlijn en omdat dit niet is gebeurd zijn deze bepalingenee in strijd met het Europese recht. Het kabinet wil dat rechtbreien met tijdelijke nieuwe algemene regels, die gelden totdat er definitieve regelgeving is gekomen.

Opschorting

Als de voorgestelde tijdelijke regels de strijd met het Europese recht niet opheffen, betekent dit dat de werking daarvan in feite wordt opgeschort. Zo’n opschorting is alleen toegestaan bij wijze van uitzondering en om dwingende redenen van rechtszekerheid en moet goed worden gemotiveerd. Volgens de afdeling advisering kunnen de tijdelijke regels worden aangemerkt als uitzondering, omdat ze bedoeld zijn als tijdelijke regeling in afwachting van de uit te voeren milieubeoordeling, maar die tijdelijkheid is volgens haar niet goed geregeld. Verder staat er in de toelichting ook geen dragende motivering voor deze uitzondering.

De afdeling adviseert daarom om in het ontwerpbesluit alsnog te regelen dat de voorgestelde regels tijdelijk zullen zijn en om de toelaatbaarheid ervan in het licht van het Europese recht alsnog overtuigend te motiveren.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen