Binnenvaart ontstemd over beperking ligplaatsduur

Foto: Wikimedia / Minke Wagenaar

De Algemeene Schippers Vereeniging is ontstemd dat Zaanstad in het Aanwijzingsbesluit ligplaatsen vaartuigen 2019 de maximale ligplaatsduur van twee maanden in bijna alle gevallen heeft teruggebracht naar maximaal twee weken, terwijl de ASV dacht daarover nog in gesprek te zijn met de gemeente. De nieuwe regels gaan op 1 juli in. Eerder was nog sprake van een maximum van een week.

Het besluit is van toepassing op alle vaarwegen die de gemeente in nautisch beheer heeft en op de Voor- en Achterzaan en de Nauernaschevaart, ‘inclusief de daaraan gelegen havens en de vaarwegen die hiermee in open verbinding staan’. Het geldt voor zee- en binnenvaartschepen, historische vaartuigen die staan ingeschreven in het Nationaal Register Varende Monumenten en die een huurovereenkomst voor de ligplaats hebben met de gemeente Zaanstad, voor passagiersschepen (niet zijnde een veerpont) voor het vervoer van meer dan twaalf personen, voor rondvaartboten en voor recreatievaatruigen.

Op de overblijvende afmeerplaatsen mogen binnenschepen, passagiersschepen, plezierboten en zeeschepen nog steeds twee maanden aaneengesloten liggen. Op de wachtplaats wordt dat maximaal veertien keer 24 uur. Een anti-hopbepaling regelt dat op een wachtplaats een schip niet zonder schriftelijke toestemming van de gemeentelijke afdeling Havens en Vaarwegen binnen 24 uur nadat de maximale termijn is verstreken opnieuw mag aanmeren. Het innemen van een ligplaats wordt pas als beëindigd beschouwd nadat er meer dan een kilometer gevaren is.

Pleisterplaatsen

Voor de recreatievaart zijn pleisterplaatsen aangewezen. Dat zijn ligplaatsen voor schepen kleiner dan 20 meter die er maximaal drie maal 24 uur mogen aanleggen. Alle in het aanwijzingsbesluit beschreven plekken vindt u hier.

 

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen