Het aantal zonnepanelenmarkt nam in Zaanstad vorig jaar toe met vorig jaar toe met 2485 stuks, ofwel 14,3 procent, ondanks de slinkende populariteit van de panelen vanwege het aflopen van de salderingsregeling. In Oostzaan daarentegen stokte de verkoop (plus 109 stuks, ofwel een toename van acht procent), terwijl Wormerland een groei daar tussenin realiseerde: een plus van 337 panelen of het equivalent van 10,9 procent.
Dat blijkt uit een analyse van nieuwe CBS-cijfers door energiebedrijf Zonneplan. Als grootste gemeente van Noord-Holland kent Amsterdam niet geheel verrassend in absolute zin de meeste zonnepanelen. Afgezet tegen het aantal woningen is het echter Uitgeest dat aan kop gaat. Ruim zes op de tien huizen wekken er eigen zonnestroom op, net iets meer nog dan in Drechterland. Dat heeft volgens Dylan van der Schoot van Zonneplan alles te maken met het feit dat er in deze gemeenten relatief veel eengezinskoopwoningen staan, terwijl gemeenten als Amsterdam en Zandvoort bijvoorbeeld veel appartementen kennen, waar een Vereniging van Eigenarren of verhuurder moet instemmen met het plaatsen van panelen.
De stagnerende groei van zonnepanelen heeft volgens Van der Schoot een duidelijke oorzaak: het eerder genoemde einde van het salderen en de terugleverkosten die veel energiebedrijven hebben ingevoerd. Hierdoor levert het terugleveren van zelfopgewekte zonnestroom minder op dan voorheen. Desondanks zijn zonnepanelen volgens hem nog altijd een verstandige investering.
'Uit onze cijfers blijkt dat een doorsnee huishouden door zonnestroom direct in huis te gebruiken al 40 procent van de totale elektriciteitskosten weet te dekken. Door dit stuk ‘zelfconsumptie’ bespaar je al zo’n 420 euro per jaar, als je uitgaat van een tarief van 30 cent en een verbruik van 3500 kWh per jaar. Daar komt de vergoeding voor de stroom die je teruglevert - want die is er nog wel degelijk - nog bovenop. Besef dan eens dat zonnepanelen makkelijk 25 jaar meegaan en tel uit je winst,' aldus Van der Schoot.