Het is een bekend mantra van het college: de Zaandamse biomassacentrale is geen aanslag op het milieu, want er wordt uitsluitend lokaal snoeihout verbrand. Maar dat weet het college helemaal niet zeker, blijkt uit antwoorden op vragen van DZ: ‘De centrale van Bio Forte is eigendom van een private partij. De gemeente beschikt niet over het inkoopcontract en de resultaten van de certificatie-audits.’ Geen enkele controlerende instantie heeft die.
Het college vaart dus blind op de belofte van eigenaar Bio Forte dat alleen afvalhout dat wordt betrokken van de firma Den Ouden wordt verbrand aan de Pascalstraat en dat dit ‘lokale snoeihout’ van hooguit 150 kilometer buiten Zaanstad komt. Democratisch Zaanstad trok aan de bel toen bleek dat ondanks vergelijkbare afspraken in Amsterdam AEB daar buitenlands hout bleek te verstoken vanwege een tekort aan binnenlandse leveringen. AEB was eigendom van de gemeente Amsterdam, maar is inmiddels verkocht. En gaat vrolijk door met het gebruik van Spaans hout, meldde Het Parool vorige week, zonder dat de gemeente daar een stokje voor kan steken.
Geen garantie
Terug naar Zaanstad, waar Bio Forte biomassaleverancier Den Ouden heeft gecontracteerd om gedurende twaalf jaar houtsnippers uit de regio te leveren. ‘Kan het college de garantie geven dat er nu en in de toekomst, geen hout afkomstig van buiten de regio verstookt gaat worden, zoals in Amsterdam wel is gebeurd?’ wilde DZ van het college weten. Het antwoord is ontkennend. ‘Zaanstad is geen eigenaar van de biomassacentrale, anders dan de gemeente Amsterdam die tot voor kort wel eigenaar was van AEB. Daarom kan het college de gevraagde garantie niet geven.’ Het gaat in dit geval niet om informatie die ter verificatie aan een bevoegd gezag moet verstrekt en daarover staat ook niets in een vergunning. ‘Derhalve heeft de gemeente geen recht op deze bedrijfsinformatie.’
Uitstoot
De biomassacentrale aan de Gouw in Zaandam werd in december vorig jaar tijdelijk stilgelegd omdat de jaarlijks toegestane uitstoot van ammoniak eerder werd bereikt dan verwacht. Of dit zich de komende jaren zal herhalen is koffiedik kijken, aldus het college. Er spelen veel factoren mee zoals de warmtevraag van gebruikers, die afhankelijk is van het weer en het aantal aansluitingen. De nog aan te sluiten nieuwbouw heeft door de goede isolatie een minder grote vraag dan bestaande woningen, maar de tijd moet leren welk effect dat heeft op de productie van de centrale. Bio Forte Zaanstad heeft er zelf ook invloed op door via de constante optimalisatie van hun proces met dezelfde uitstoot meer warmte te kunnen produceren, zo is in de antwoorden te lezen.
Tussenstap
Zaanstad wil in de toekomst – na de twaalf jaar durende overgangsfase met houtige biomassa – geheel over zijn op schonere bronnen zoals geothermie, aquathermie, lucht- en bodemwarmte en groene stroom. Bij de centrale die het warmtenet in Zaandam voedt gaat het om een verantwoorde tussenstap is altijd het uitgangspunt van het college geweest. Uit de antwoorden blijkt hoe lastig het is om van een mantra af te komen: na de ‘bekentenis’ eigenlijk geen idee te hebben van de dagelijkse praktijk in de biomassacentrale staat het er opnieuw: ‘De biomassacentrale van Bio Forte verbrandt uitsluitend snoeihout.’
