De uitstoot van Olam Cocoa levert geen gevaar op voor de omgeving. Er is een onderzoek uitgevoerd naar het effect van de emissies van Olam op de luchtkwaliteit en de GGD heeft de resultaten getoetst. De uitkomst is dat omwonenden zich geen zorgen hoeven te maken.
Die zorgen waren er wel toen Olam in maart van dit jaar een nieuwe vergunnning kreeg. In het rapport Luchtkwaliteit Olam van het onafhankelijke, daartoe gecertificeerd bureau Tauw zijn berekeningen gemaakt van de bijdrage van Olam aan de luchtkwaliteit in de omgeving van het cacaoverwerkende bedrijf. Die zijn uitgevoerd voor de huidige situatie (scenario 2019) en voor de situatie waarin de maatregelen uit de nieuwe vergunning al zijn getroffen, inclusief de inwerkingtreding van de biomassa-installatie (scenario 2022).
Worst case scenario
In beide situaties is uitgegaan van de maximaal vergunde capaciteit en de maximaal toegestane emissies. De verwachting is dat de emissies in de praktijk lager zullen zijn. Er is dus uitgegaan van een worst case scenario, aldus het college in een brief aan de gemeenteraad. In het rapport is niet meegenomen dat het aantal transportbewegingen van vrachtwagens is verminderd doordat cacaodoppen niet langer worden afgevoerd, maar worden gebruikt in de biomassacentrale.
Acht stoffen
Er zijn berekeningen uitgevoerd voor stikstofdioxide, fijnstof PM10 en fijnstof PM2,5, zwaveldioxide, Vluchtige Organische Stoffen, ammoniak, benzeen en ethanal. De concentratie van deze acht stoffen is berekend op negen toetspunten in de directe omgeving van Olam. Daarbij is aangegeven wat het aandeel van de uitstoot van Olam is in de luchtkwaliteit. De totale luchtkwaliteit moet voldoen aan de wettelijke grenswaarden en voor sommige stoffen zijn strengere advieswaarden beschikbaar van de Wereldgezondheidsorganisatie.
Uit de berekeningen komt naar voren dat naar verwachting in 2022 de concentratie van vrijwel alle onderzochte stoffen in de omgeving van de fabriek in Koog aan de Zaan lager zal zijn dan in 2019. Het aandeel van de uitstoot van Olam in de luchtkwaliteit in de omgeving is volgens de berekening voor de meeste stoffen relatief klein. Voor alle stoffen wordt voldaan aan de wettelijke grenswaarden en – daar waar beschikbaar – aan de advieswaarden van de WHO.
Niet al klaar
Voor ammoniak, ethanal en zwaveldioxide zijn de concentraties in de omgeving van Olam zo laag dat de GGD geen gezondheidseffecten verwacht. Voor fijnstof (PM10 en PM2,5) en stikstofdioxide ligt de concentratie onder de advieswaarden van de WHO, wat niet betekent dat daarmee geen gezondheidswinst meer te behalen is. Hoe lager de concentraties, hoe beter dit is voor de gezondheid. Dit geldt ook voor benzeen, al is het aandeel van Olam wat dat betreft ‘verwaarloosbaar’. De GGD adviseert daarom meer in het algemeen om in te zetten op verdere verlaging van fijnstof, stikstofdioxide en benzeen.
Daarbij moet dan worden gekeken naar alle bronnen, dus niet alleen naar de industrie maar ook naar bijvoorbeeld het verkeer, de scheepvaart en houtstook. Dat is in lijn met het Schone Lucht Akkoord dat Zaanstad heeft ondertekend en het Actieplan Luchtkwaliteit dat binnenkort naar de raad gaat.
Burgermetingen
Naar aanleiding van een agenda-initiatief van de raad wordt nog een voorstel uitgewerkt voor burgermetingen van de totale luchtkwaliteit. Daarbij kan geen onderscheid gemaakt worden in veroorzakers. De GGD beschouwt ook overlast zoals geurhinder als een negatief gezondheidseffect en adviseert daarom om te blijven inzetten op het verminderen van stank in de omgeving. In de nieuwe vergunning van Olam zijn maatregelen opgenomen (zoals een naverbrander met DeNOx-installatie), waardoor die dit jaar naar verwachting flink zal verminderen.
