Zaanstad heeft vorig jaar veel meer geld uitgegeven aan de installatie van trapliften en andere woningaanpasingen dan een jaar eerder. Voor de liften vorig jaar 402.000 euro tegen 181.000 in 2019 en in de categorie ‘overig’ 684.000 euro tegen 424.000.
De gemeente ziet het aantal aanvragen voor woningaanpassingen stijgen, zo heeft wethouder Natasja Groothuismink de raad geschreven. Mogelijk zijn in de kosten ook ‘een aantal uitzonderlijk dure aanpassingen’ meegenomen, maar in absolute aantallen verdubbelde het aantal geïnstalleerde trapliften van 45 in 2019 naar 91 vorig jaar. In 2016 waren het er nog maar 20. Voor de overige woningaanpassingen beschikt de gemeente over onvoldoende data door de jaren heen om specifieke vergelijkingen te kunnen maken.
Doorstroming stokt
De verklaring voor de spectaculaire stijging in 2020 is volgens de wethouder het nieuwe abonnementstarief voor voorzieningen via de Wet maatschapplijke ondersteuning, waardoor de financiële drempel voor inwoners verlaagd is om een aanvraag voor een woningaanpassing of een traplift te doen. Daarnaast blijven inwoners langer thuis wonen, maar zijn hun huizen zodra de bewoners beperkingen krijgen voor hen minder geschikt. Het aanbod aan woningen die wel zouden voldoen is klein, waardoor verhuizen naar een passende woning vaak niet mogelijk is. Dan zijn aanpassingen de enige uitweg.
Niet langer inkomensafhankelijk
De Centrale Raad van Beroep heeft een draagkrachtbeginsel in de Wmo ’tot op heden stelselmatig afgewezen,’ schrijft de wethouder ook. Maar de Vereniging Nederlandse Gemeenten werkt momenteel aan ‘een aantal voorstellen om sturing te geven’ aan de stijgende Wmo-uitgaven. Het stelsel dat vorig jaar van kracht werd voor de Wmo gaat uit van een maximale eigen bijdrage van 17,50 euro per vier weken voor alle voorzieningen die worden ontvangen via deze wet, die door de gemeenten wordt uitgevoerd.
Zaanstad begon daar overigens al in 2019 mee. Met het eerdere systeem voor eigen bijdragen was de bekostiging van voorzieningen wel inkomensafhankelijk. Met name mensen met hogere inkomens profiteren van de stelselwijziging.
