Circa 1500 woningen nodig voor speciale doelgroepen

Foto: Pixabay / Open Clipart Vectors

Het college heeft een verdeling gemaakt voor de bouw van woningen voor al dan niet zorgbehoevende ouderen en andere specifieke doelgroepen in de MAAK.Zaanstad-gebieden. Het gaat om 225 woningen/zorgplekken voor senioren en 100 voor overige groepen in Noord, 225 voor senioren en 150 voor overige groepen in Midden, 200 voor senioren en 125 voor overige groepen in het centrumgebied en 250 voor senioren en 225 voor overige groepen in Zuid.

De ‘overige groepen’ bestaan uit jongeren, mensen met een beperking, spoedzoekers en statushouders. Om ervoor te zorgen dat al deze groepen niet buiten de boot vallen bij nieuwbouwprojecten en om ze goed over de gemeente te verdelen zijn deze aantallen nu vastgelegd zodat ontwikkelaars en woningcorporaties er in hun plannen rekening mee kunnen houden. Voor verschillende groepen woningzoekenden is extra aandacht nodig, zo is de ervaring. Gezien de vergrijzing zijn er 300 specifieke woningen en woonvormen voor senioren nodig: geclusterde woonvormen met aanvullende diensten of ruimte voor ontmoeting, kleinschalige woonvormen voor dementerenden en hofjes. Daarnaast zijn er in de toekomst naar verwachting 600 extra plekken nodig voor ouderen die zwaardere zorg nodig hebben, bijvoorbeeld als gevolg van dementie.

Tien procent van het totaal

Naast deze 900 woonplekken voor senioren is er voor zo’n 600 mensen uit de overige doelgroepen extra woonruimte nodig. Het gaat om kwetsbare groepen en jongeren die gebaat zijn bij woningen en woonvormen met begeleiding dichtbij of om mensen die (weer) zelfstandig kunnen wonen met een beperkte mate van begeleiding en ondersteuning. Denk aan kleine, goedkope woningen voor spoedzoekers, plekken voor dakloze jongeren, woonvormen voor mensen met een verstandelijke of psychische beperking en langdurige opvang met 24-uurszorg en -toezicht. In totaal dus circa 1500 woningen op een woningbouwprogramma van 15.000 woningen, zo’n tien procent.

Sociale huur

Het grootste deel daarvan zal sociale huur moeten worden, maar het college heeft er ook oog voor dat het voor ouderen van belang is dat er ook in het middeldure en dure segment voldoende aantrekkelijke woonvormen komen. Voor die groep is bovendien essentieel dat er gebouwd wordt dichtbij een supermarkt en overige winkels winkels en voorzieningen voor ontmoeting en voor zorg, met veilige en schaduwrijke looproutes en op locaties waar veel senioren in laagbouw wonen om zo de doorstroming te stimuleren. Waar Zaanse ouderen grote behoefte aan hebben is aan woonruimte die het gat tussen volledig zelfstandig wonen en het verpleeghuis kan opvullen. Voor jongeren is bijvoorbeeld de nabijheid van het openbaar vervoer een belangrijke randvoorwaarde. Bij de verdeling van de 1500 woningen over de vier MAAK-gebieden is rekening gehouden met:

  • De huidige spreiding van bestaande woonzorgvormen;
  • De demografische ontwikkeling tot 2040;
  • De behoefte aan woonvormen voor bepaalde doelgroepen in specifieke gebieden;
  • De mogelijke belasting van specifieke woonvormen voor de leefbaarheid in de buurt;
  • De aanwezigheid van geschikte locaties voor bijzondere doelgroepen.

Met deze aanwijzing hebben de MAAK-managers een duidelijke opgave om in hun gebied te realiseren. Het college merkt ook nog op dat passende woonvormen voor senioren in potentie een besparing op het WMO-budget voor woningaanpassing betekenen. Het realiseren van woonvormen als wooncirkels voor mensen met een psychische beperking, van sobere kleine woningen en van Kamers met Kansen kan eveneens een kostenbesparing in het maatschappelijk domein opleveren, omdat deze woonvormen tot een betere doorstroom vanuit de opvang-, jeugd- en jongerenvoorzieningen leiden. Uit onderzoek is gebleken dat één euro investeren in maatschappelijke opvang in de toekomst 2,5 euro oplevert.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen