Onbeperkt aantal Wmo-voorzieningen vanaf 2019 voor 17,50 euro per vier weken

Foto: PxHere

Inwoners van Zaanstad gaan volgend jaar al een eigen bijdrage van maximaal 17,50 euro per vier weken betalen voor alle voorzieningen die ze ontvangen via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In 2020 wordt dit rijksbeleid en wordt de eigen bijdrage vervangen door een even hoog ‘abonnement’ op dergelijke hulp.

Dat abonnementstarief van 17,50 euro is vanaf 2020 niet meer inkomensafhankelijk en geldt voor één of meerdere Wmo-voorzieningen. Met name mensen met hogere inkomens hebben daar voordeel van. Sinds 2015 kent Zaanstad per Wmo-arrangement (begeleiding, respijtzorg of huishoudelijke ondersteuning) een maximale eigen bijdrage. Daarnaast is voor fysieke voorzieningen zoals een scootmobiel, trap- of tillift de termijn waarover de eigen bijdrage moet worden betaald vastgesteld op maximaal 39 perioden: de kostprijs wordt (grotendeels) verrekend gedurende die afgebakende termijn zodat de gebruiker meteen weet wanneer de betalingen zullen stoppen.

Nu meer geld kwijt

De maximale eigen bijdrage per voorziening is nu hoger dan 17,50 euro per vier weken en de betrokken inwoners gaan er dus in 2020 op vooruit. Volgend jaar blijft de 39-termijnenregeling nog van kracht, maar wel wordt bekeken of die door het nieuwe Rijksbeleid nog wel waarde heeft.

 

 

In deze overzichten is ervan uitgegaan dat de inwoner geen vermogensbijtelling heeft, een partner heeft zonder inkomen en er vanuit de Wmo een indicatie is voor huishoudelijke ondersteuning en persoonlijke begeleiding. Daarvoor kent Zaanstad nu een maximale eigen bijdrage van 205 euro per vier weken.

Aanzuigende werking

Het college voorziet dat de maximalisering van de Wmo-bijdragen voor inwoners een aanzuigende werking zal hebben. Omdat geen rekening meer gehouden wordt met het inkomen en het eigen vermogen zal de afweging tussen het zelf aanschaffen van een voorziening of een beroep doen op de algemene middelen anders uitvallen. Vooral voor inwoners met een bovenmodaal of hoger inkomen kon het ror nu toe  vaak voordeliger zijn om zelf tot een aanschaf over te gaan. De aanzuigende werking op een aantal Wmo-diensten als huishoudelijke ondersteuning en woonvoorzieningen zal wellicht zelfs nog groter zijn.

Minder doorstroming naar zwaardere zorg

Omdat de eigen bijdrage in de Wet langdurige zorg (Wlz) wel inkomensafhankelijk blijft, zullen veel inwoners die in eerste instantie thuis ondersteuning vanuit de Wmo hebben ontvangen maar een zwaardere vorm van zorg behoeven of overgaan naar een verpleeghuis plotsklaps te maken krijgen met een forse financiele aderlating. ‘Een mogelijk effect van de invoering van het abonnementstarief is dat de prikkel om een Wlz-indicatie aan te vragen kleiner wordt, en de doorstroom van Wmo naar Wlz vermindert,’ aldus het college. Meer ‘lichtere’ ondersteuning voor meer ‘zwaardere’ gevallen, dus. Er wordt volgend jaar door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten onderzocht hoe dat in de praktijk gaat uitpakken, onder meer in Zaanstad.

Compensatie

De gemeente wordt door het Rijk gecompenseerd voor de invoering van het nieuwe eenheidstarief tot in ieder geval 2022. De compensatie aan Zaanstad voor de directe effecten zijn voldoende, aldus het college. Voor de indirecte effecten (de aanzuigende werking) heeft de gemeente geld gereserveerd, maar het is maar de vraag hoe deze indirecte effecten gaan uitpakken.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen