Huren harder gestegen dan gemiddeld de afgelopen tien jaar

Foto: Pikist / CC0

De woninghuren zijn in juli met gemiddeld 2,9 procent omhoog gegaan ten opzichte van een jaar eerder, de grootste stijging sinds 2014 en meer dan het gemiddelde van de afgelopen tien jaar (2,7 procent). In juli vorig jaar stegen de huren met 2,5 procent.

De grotere stijging dit jaar is vooral het gevolg van de hogere inflatie, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ruim 42 procent van alle huizen zijn huurwoningen. De sociale huur van woningcorporaties werd gemiddeld 2,7 procent hoger en de huren van sociale huurwoningen van overige verhuurders gingen met 3,4 procent omhoog. In de vrije sector was de stijging drie procent. Voor gereguleerde huurwoningen is de maximale huurverhoging de inflatie in het voorafgaande jaar plus een inkomensafhankelijke toeslag. Als de inflatie omhoog gaat, mogen de huren dus harder meestijgen.

Inkomen bepalend

Dit jaar is deze maximale huurstijging 5,1 of 6,6 procent, afhankelijk van het inkomen van de huurder. Het inflatiecijfer waarop deze maximale huurstijging is gebaseerd steeg van 1,6 procent (de basis voor 2019) naar 2,6 procent (de basis voor 2020). De reële huurstijging (gecorrigeerd voor de inflatie van vorig jaar) is dit jaar 0,3 procent. Vorig jaar was deze nog 0,8 procent.

Bijna 70 procent van alle huurwoningen is in het bezit van woningcorporaties. De gemiddelde huurverhoging per 1 juli van sociale huurwoningen bij corporaties is dit jaar duidelijk hoger dan vorig jaar: 2,7 procent nu tegen twee procent vorig jaar. In ruim 30 procent van de gevallen verhoogden de woningcorporaties de huren met het inflatiepercentage. Volgens het huurbeleid mogen de totale huurinkomsten van een corporatie in een kalenderjaar maar beperkt stijgen. Voor 2020 is de maximale toename 2,6 procent.

Hierbij tellen onder meer huurstijgingen voor nieuwe bewoners niet mee, waardoor de gemiddelde huurstijging bij corporaties toch iets hoger kan uitvallen. De huurverhoging bij bewonerswisseling was dit jaar eveneens groter dan in 2019. De gemiddelde verhoging bij wisseling van huurders was dit jaar 9,5 procent tegen 8,2 procent vorig jaar. Verhuurders zijn niet gebonden aan de maximale huurverhoging als een nieuwe huurder in de woning trekt.

Bron: CBS

Minima ontzien

Een klein deel van de corporaties heeft ervoor gekozen om de huurverhoging uit te stellen naar later dit jaar. Dit betreft ongeveer 100.000 van de 2,3 miljoen woningen die de corporaties in hun bezit hebben. De Zaanse corporaties en de gemeente spraken dit jaar af om minima te ontzien wanneer de huur niet in verhouding is met het maandelijkse inkomen. Zij schreven 1000 huurders aan en informeerden hen over de mogelijkheden. Bijna tweederde van die groep reageerde al snel en een groot deel van deze huishoudens kreeg hierdoor een lagere huurverhoging, geen verhoging of zelfs een huurverlaging. Wat dit uiteindelijk heeft opgeleverd is nog niet bekend.

Vrije sector

De huurstijging van vrijesectorwoningen viel dit jaar juist lager uit: drie procent nu tegen 3,3 procent in 2019. Bij bijna achttien procent van de vrijesectorwoningen bleven de huren dit jaar gelijk, vorig jaar was dit bij ruim zeven procent. De huurstijging van sociale huurwoningen bij overige verhuurders ligt vrijwel op hetzelfde niveau als vorig jaar.

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen