Zaanstad wil dat Afvalzorg tóch de stortplaats in Nauerna afdicht met een lucht- en waterdichte afdeklaag alvorens daar een recreatiepark kan worden geopend. Dat staat in het nieuwe bestemmingsplan dat naar de gemeenteraad is gestuurd.
Afvalzorg is fel tegen zo’n bovenafdichtingsconstructie en het RIVM onderzoekt nog hoe er veilig gerecreëerd kan worden op de voormalige stortplaats in Nauerna. Mocht het RIVM met een ander advies komen, dan gaat de gemeente ‘zich inspannen om dat zo nodig in een ruimtelijk besluit te verwerken’. Vorige maand kondigden de gemeente, Afvalzorg, de Belangenvereniging Nauerna en de provincie aan dat het RIVM zo’n onderzoek gaat uitvoeren.
De resultaten worden eind dit jaar verwacht, maar op 3 september wordt de gemeenteraad al geacht om een besluit te nemen over het bestemmingsplan Reparatie Omgeving Nauerna. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de opdracht van de Raad van State om de veiligheid van recreanten in het gebied beter te waarborgen. Omwonenden van Park Nauerna worden komende week per brief over de stand van zaken geïnformeerd.
Veiligheid voorop
Wethouder Songül Mutluer van Gezondheid zegt in een persbericht dat voor de gemeente veilige recreatie voorop staat. ‘Vorig jaar is, na gezondheidskundig advies van de GGD, eigenaar Afvalzorg verzocht om het park te sluiten. In afwachting van het RIVM-advies willen we nu wel al op basis van het advies van de GGD in het bestemmingsplan de best beschikbare technieken opnemen: een bovenafdichtingsconstructie met een voor water en gas ondoordringbare laag. Ook stellen we voorwaarden aan de bodemkwaliteit bij de kinderspeelplaatsen op Park Nauerna. Voorlopig blijft Park Nauerna nog gesloten voor bezoekers.’ Inmiddels wordt een klein deel van het park al wel voorzien van een afdeklaag.
Verschil van inzicht
Wethouder Wessel Breunesse van Ruimtelijke Ontwikkeling neemt het dossier nu van haar over. ‘Met de aanpassingen in het bestemmingsplan is een nieuwe fase bereikt, maar we zijn er nog niet. De gemeente volgt het advies van de GGD, maar Afvalzorg is verantwoordelijk voor het aanbrengen van de bovenafdichtingsconstructie en is het niet eens met het toetsingskader van de GGD. Vanwege dit verschil van inzicht hebben de partijen het RIVM gevraagd om als gezaghebbend instituut uitsluitsel te geven. Alle partijen zijn voornemens om zich te committeren aan dit advies. Als gemeente hebben we de verantwoordelijkheid voor het bestemmingsplan en de Raad van State heeft ons opgedragen om dit binnen een bepaalde termijn aan te passen. We stellen het bestemmingsplan daarom vast met de kennis die we nu hebben en kunnen hierdoor niet anders dan een bovenafdichtingsconstructie voorschrijven.’
