Hoe wordt verkeersveiligheid getoetst bij grote projecten?

Still uit de video van de Fietsersbond Zaanstreek.
Still uit de video van de Fietsersbond Zaanstreek.
Foto: YouTube

Liberaal Zaanstad wil weten hoe bij grootschalige projecten als de bouw van fietspad De Slinger en de vervanging van de Wilhelmina- en Beatrixbrug in Zaandam de toets van de verkeersveiligheid tot stand komt.

In beide gevallen ging het mis voor fietsers: ze smakten in groten getale tegen het asfalt wegens opstaande randen op de Wilhelminabrug – de nog te openen Beatrixbrug heeft hetzelfde profiel – en de opening van De Slinger is uitgesteld wegens als onveilig beschouwde bochten. Het geeft Liberaal Zaanstad de indruk dat zo’n toets van de verkeersveiligheid op dit moment onvoldoende is ingebed in het wordingsproces. Een dergelijke toets zou volgens raadslid Simone van Otterloo risico’s en gevaarlijke situaties achteraf kunnen uitsluiten. Ze wil ook nader uitgelegd zien hoe het in drie recente gevallen zó mis heeft kunnen gaan en wat het gaat kosten om de fouten te herstellen. En wie betaalt daarvoor de rekening?

De spoorwegoverbouwing bij het station in Zaandam, vanaf de Hermitage langs de ingang van het station over de Houtveldweg naar Westerwatering kan nog niet afgebouwd worden en daarom is De Slinger voorlopig aangepast. In de toekomst moet het pad dat nu eindigt bij het oude Belastingkantoor uitkomen bij het nieuwbouwproject De Stelling / De Heldin, maar omdat daar geen schot in zit laat deze aansluiting voorlopig nog op zich wachten. Het was de bedoeling om het ‘halve pad‘ vandaag al in gebruik te nemen, maar dat ging na een interventie van de Fietsersbond Zaanstreek niet door.

Verre van ideaal

‘Vanaf het station richting Westerwatering kom je met een flinke vaart op een strook van 6,30 meter breed. Daarvan is vier meter fietspad, de rest voetpad,’ zag de bond. Daarna houdt het voetpad plotseling op, maakt De Slinger een scherpe bocht naar links en wordt de breedte plotsklaps teruggebracht tot 3,20 meter. Daarna verbreedt het pad zich weer tot vier meter, maar blijft het haakse bochten houden.

Eenmaal beneden aangekomen wordt het pad nog breder, maar is er weer een haarspeldbocht te nemen met weinig zicht op het kruisende fietsverkeer. In tegengestelde richting is het eerste stuk omhoog te kort om vaart te maken en om de bocht te kunnen maken moet hij ruim genomen worden. Dat betekent terechtkomen op de helft die is bestemd voor dalende fietsers. Kortom: een verre van ideale situatie.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen