GroenLinks, Rosa en de Partij voor de Dieren willen dat de gemeente onderzoekt of er andere manieren mogelijk zijn om de invasieve Japanse duizendknoop te bestrijden dan de inzet van vrijwilligers die dat waarschijnlijk jarenlang moeten volhouden.
In Zaanstad werd door leden van de belangengroep
Groen Zaans de Duizendknoopbrigade opgezet toen bleek dat de gemeente als laatste redmiddel
Roud Up wilde inzetten tegen de verwoestende woekeraar. Het gebruik van het zeer omstreden bestrijdingsmiddel glyfosaat is voorkomen door een losse groep vrijwilligers die er regelmatig op uittrekt om de plant in zijn geheel uit te graven en af te voeren. De duizendknoop is echter een geduchte tegenstander: elk achtergebleven of verloren stukje wortel betekent in principe weer de geboorte van een nieuwe plant. De groeikracht zorgt voor het gevaar: de plant kan dwars door funderingen en wegen heen komen.
Waardering
Op dit moment heeft de gemeenteraad geen duidelijk overzicht van de
technische alternatieven voor de bestrijding van de duizendknoop , schrijven de drie fracties in hun motie waarmee ze om het onderzoek vragen. 'De duizendknoop is niet met een eenmalige ingreep permanent buiten de gemeente te houden. Dit maakt een visie voor de langere termijn noodzakelijk.' De waardering voor de vrijwilligersbrigade moet ook een plek krijgen in die visie - en daarnaast blijken uit het ter beschikking stellen van adequaat gereedschap - maar volgens Rosa, PvdD en GL kan de gemeente voor een dergelijke belangrijke taak niet alleen leunen op de inzet van betrokken burgers. Wellicht is er een alternatieve vorm van niet-chemische bestrijding mogelijk. De motie roept op tot het onderzoeken en inventariseren daarvan.
Ruim 30 locaties
Vorig jaar zijn de leden van de Duizendknoopbrigade de plant op 33 plekken in de gemeente te lijf gegaan. Gezien dat engagement vinden de drie partijen dat het college in gesprek moet gaan om te onderzoeken met welke gemeentelijke ondersteuning het werk de komende jaren op een effectieve wijze kan worden voortgezet, maar tegelijkertijd moet zoeken naar alternatieven voor het handmatig verwijderen door vrijwilligers.