D e sinds 2017 bestaande camperovernachtingsplaatsen op het P+R-terrein bij het station Zaandijk Zaanse Schans worden officieel aangewezen voor dit doel, in elk geval zolang er geen woningbouw wordt gerealiseerd. Er mogen maximaal zeventien kampeervoertuigen gratis staan . Er komen geen extra voorzieningen naast de al bestaande afvalbakken en het servicepunt bij het tankstation aan de Fortuinweg voor het legen van chemische toiletten .
‘Met het groeiend aantal campers in Nederland en toenemende overlast van campers die parkeren in de wijken rondom de Zaanse S chans‘ groeide de behoefte aan een overnachtingsplaats in de buurt van de toeristenattractie, aldus het college in een brief aan de raad . Tot nu toe is er alleen de camperplaats aan de Wandelweg in Wormerveer met vijf plekken. Voor een gemeentelijke camperplaats moet eigenlijk de integrale kostprij s worden door b erekend aan de gebruikers, tenzij de voorziening duidelijk het openbaar belang dient. En dat is hier volgens het college het geval: geld vragen voor een overnachting op een deel van het P+R terrein werpt een drempel op en kan toeristen doen besluiten om uit te wijken naar de omliggende woonbuurten, met alle nadelige gevolgen van dien.
T
ot 2017
parkeerden
campereigenaren
hun voertuig steeds vaker
in Oud-Zaandijk om te overnachten
en dat
gaf parkeerhinder bij de bewoners
en vervuiling.
Ook op de parkeerplaats van de Kooger Football Club
(KFC)
werd overlast door wildparkerende campers ondervonden, onder meer door het legen van toiletten ondanks de faciliteiten bij het Avia-tankstation. De verblijfsduur op de camperplaats wordt beperkt tot drie nachten.
Het realiseren van
de zeventien
plaatsen
bij het treinstation
gaat ten koste van 41 autoparkeerplaatsen,
waarna daarvan
nog 120 overblijven.
Dat is volgens het college voldoende om aan de vraag te voldoen.
De gemeenteraad moet
nu na het zomerreces
vaststellen of
het aanbieden van de
camperplaatsen een
economische activiteit
is die
plaatsvindt in het algemeen belang,
waarmee ze gratis kunnen worden aangeboden.
De camperplaats gaat de gemeente 22.350 per jaar kosten aan beheer en onderhoud ( 4100 euro) en aan handhaving ( 18.250 euro) . U itgaande van 150 nachten met een gemiddelde bezetting van tien campers per nacht, zou een campereigenaar 2,70 per nacht euro aan b eheer- en onderhoudskosten en 12,20 euro aan handhavingskosten moeten betalen . De integrale kostprijs per overnachting (exclusief toeristenbelasting) zou hierdoor uitkomen op 14,90 euro . In Wormerveer moet inclusief belasting twaalf euro per nacht worden afgerekend, maar daar speelt kennelijk niet dat ´z elfs een kleine vergoeding‘ vragen voor een overnachtingsplek al een drempelwerking kan hebben, zoals het college schrijft.
Er wordt onderkend dat het
kosteloos aanbieden van camperplaatsen nadelige gevolgen
kan
hebben voor campings en ondernemers.
Er k
an oneerlijke concurrentie ontstaan ten opzichte van private ondernemers die overnachtingsplaatsen aanbieden voor campers en
die
wel een prijs per overnachting vragen,
maar die zijn er alleen
in de omliggende gemeenten.
Enkele van deze ondernemers
hebben
inmiddels laten weten
dat zij bezwaren hebben
tegen het voornemen van Zaanstad. De oplossing: ’
Mocht er een haalbaar plan van een campingeigenaar of ondernemer worden ingediend bij de gemeente, dan kunnen de camperovernachtingsplaatsen op het P+R terrein van station Zaandijk Zaanse Schans worden opgeheven, zodat er geen oneerlijke concurrentie ontstaat.‘
Gelet op de aangekondigde bezwaren van campingeigenaren uit de omgeving bestaat echter het risico dat de algemeen belangvaststelling leidt tot juridische procedures, zo heeft het college aan. ‘ Hierbij dient rekening gehouden te worden met recente jurisprudentie waarbij drie algemeen belang besluiten – in lijn met eerdere rechtspraak - zijn vernietigd. De kern van deze uitspraken is dat overheden een algemeen belang besluit heel zorgvuldig moeten motiveren en alle relevante belangen na daadwerkelijk onderzoek moeten afwegen. De bezwaren van de campingeigenaren zijn beoordeeld en afgewogen maar dit leidt niet tot de conclusie dat zij onevenredig worden getroffen, waardoor het algemeen belang besluit niet genomen zou kunnen worden.‘