Minima sinds 2016 beter af, maar niet minder huishoudens met schulden

Foto: PxHere

Uit Minima effectrapportage 2018 die het Nibut opstelde over Zaanstad blijkt dat inwoners met een laag inkomen het de afgelopen twee jaar gemakkelijker hebben gekregen. Maar dat vertaalt zich niet in minder huishoudens met schulden.

Uit de Armoedemonitor 2016 bleek dat een groot aantal huishoudens in Zaanstad financiële problemen had. Vooral huishoudens met oudere kinderen of met meerdere kinderen hebben het nog steeds. Ongeveer 13.000 huishoudens hebben bijvoorbeeld een betalingsachterstand wat betreft de zorgverzekering en bij minstens 3300 daarvan is de achterstand opgelopen tot meer dan een half jaar. Zolang deze huishoudens hun betalingsachterstand niet hebben ingelopen moeten zij maandelijks een boete betalen, wat het inlossen van de schuld nog lastiger maakt.

Twee pakketten

De Minima effectrapportage gaat in op het effect van gemeentelijke financiële regelingen voor mensen met een laag inkomen. In haar onderzoek onderscheidt het Nibud twee pakketten: het basispakket met alle uitgaven die als noodzakelijk beschouwd kunnen worden en het restpakket waarin ook uitgaven voor sociale participatie en andere zaken verwerkt zijn.

Restpakket

Daarnaast wordt in het rapport onderscheid gemaakt tussen huishoudens die geen individuele inkomenstoeslag krijgen en huishoudens die deze wel krijgen. Uit de rapportage blijkt dat meer huishoudtypen kunnen voorzien in de kosten van het basis- en restpakket dan in 2016: in 2018 kunnen alle gezinnen met een inkomen op het sociaal minimum het basispakket betalen en kunnen mensen met zo’n inkomen in vier huishoudvormen de kosten van het basis- plus restpakket niet betalen. In 2016 was dat laatste nog in zeven situaties het geval.

Voor de individuele inkomenstoeslag (iit) komen huishoudens in aanmerking die vijf jaar of langer een inkomen op het niveau van het sociaal minimum hebben. De bedragen zijn per twaalf maanden

  • voor een paar met kinderen 605,00 euro;
  • voor alleenstaande ouders 545,00 euro;
  • voor alleenstaanden 385,00 euro.

De financiële situatie van gezinnen met kinderen is verbeterd ten opzichte van 2016, maar ook nu kunnen deze gezinnen nog niet alle kosten betalen. Daardoor is het participeren in de Zaanse samenleving voor hen niet mogelijk of bijzonder moeilijk. Met meerdere kinderen wordt het maandelijks financieel tekort groter. Zo komt een ouderpaar met vier kinderen maandelijks 231euro te kort om te kunnen voorzien in de kosten van het basis- en restpakket.

Energiekosten

Omdat de energiekosten steeds zwaarder op de begroting van huishoudens met een minimuminkomen drukken heeft de gemeente afspraken met de woningbouwcorporaties gemaakt over verbetering van de energielabels, met als doel beter geïsoleerde woningen en lagere energielasten. Energiecoaches lopen samen met de bewoner de woning door en geven advies om de energienota te verlagen en verstrekken zogenoemde energieboxen. De sociale wijkteams verwijzen mensen naar de energiecoaches.

Meer kosten meewegen

Het Nibud merkt op dat als een huishouden de aanslag gemeentelijke belastingen heeft betaald, die betaling niet meeweegt bij de beoordeling en berekening van het recht op kwijtschelding van de waterschapslasten. En dat bij het beoordelen van de kwijtschelding voor gemeentelijke belastingen geen rekening gehouden wordt met de waterschapslasten. Wel wordt rekening gehouden met terugbetalingen aan de Belastingdienst, zoals teveel ontvangen toeslagen. Het Nibud adviseert om bij de berekening van de betalingscapaciteit voor de gemeentelijke lasten bovendien rekening te houden met de kosten voor kinderopvang.

Collectieve zorgverzekering

Zaanstad informeert van november tot en met december mensen die tot de doelgroep behoren over de collectieve zorgverzekering. Er waren in 2016 2247 verzekerden (met kinderen 3693) en in 2018 al 4628 personen (met kinderen 6518) door een grotere bekendheid. Het Nibud merkt daarbij op dat door het hanteren van het sociaal minimum op 110 procent van de bijstandsnorm bij de collectieve zorgverzekering de doorstroomval ontstaat bij een inkomen op 120 procent van de bijstandsnorm.

Het Nibud adviseert ook om de mogelijkheid te onderzoeken om voor Meedoen Zaanstad de inkomensgrens te verhogen naar 120 of 130 procent. Die ligt nu op 110 procent.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen