Pand onschuldige eigenaar toch terecht gesloten

Foto: Twitter / PVV

Burgemeester Jan Hamming heeft in april 2020 terecht een bedrijfspand gesloten op grond van de Opiumwet. De verhuurde loods en een bedrijfswoning kwamen in beeld tijdens en politieonderzoek naar een bende cocaïnesmokkelaars. De sluiting van een jaar werd later tot de helft teruggebracht.

Het Team Criminele Inlichtingen waarschuwde de autoriteiten in Zaanstad dat er een partij cocaïne vanuit Colombia onderweg was naar het pand aan de Braspenning, na een bestelling van de huurder. Daarop is de zending van in totaal zestien dozen bij het sorteercentrum van de bezorgdienst in beslag genomen en vervolgens door de politie zelf afgeleverd op basis van een pseudodienstverlening (artikel 126i van het Wetboek van Strafvordering). Duidelijk werd daarbij dat de drugs verwacht werden.

Pakbon

De doorzoeking van het pand bracht onder meer een pakbon van de levering aan het licht. De totale hoeveelheid in beslag genomen cocaïne wordt geschat op 12,48 tot 41,6 kilo. De pandeigenaar vond de sluiting onterecht omdat hij naar eigen zeggen regelmatige controles uitvoerde of liet uitvoeren en daarbij geen signalen van criminele activiteiten kreeg. Dat leidde tot de halvering van de sluitingsduur, maar niet tot een intrekking van de bestuurlijke ingreep. De Raad van State heeft de legitimiteit daarvan nu bekrachtigd.

De rechtbank oordeelde eerder dat gelet op de grote hoeveelheid drugs en het feit dat in de directe omgeving in twee jaar tijd zes panden om dezelfde reden zes panden op slot waren gedraaid de sluiting van zes maanden terecht was, ongeacht het feit dat de eigenaar niets te verwijten valt en hij wel lijdt onder de reputatieschade die de zaak hem opleverde en gederfde inkomsten. De eigenaar meende dat had kunnen worden volstaan met een waarschuwing, nu hij als verhuurder ‘alles gedaan wat in zijn macht lag om illegale activiteiten vanuit het pand te voorkomen’.

Betrokkenheid politie

Bovendien werd de bewuste zending door de politie uitgevoerd, waardoor niet van hem kon worden verwacht dat hij deze had kunnen tegenhouden, argumenteerde de man ook. Volgens hem ontbreken er daarnaast concrete feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat het pand een rol speelde binnen de keten van drugshandel. De gevonden pakketbon vertelt echter een ander verhaal. ‘Hieruit mocht de burgemeester opmaken dat het pand een rol speelde in de keten van drugshandel. Dat de pakketten door de politie zijn bezorgd bij het pand in het kader van het strafrechtelijk onderzoek, doet er niet aan af dat deze pakketten vanuit het drugscircuit bestemd waren voor het pand,’ aldus de uitspraak.

Dat de zending niet in het pand is geweest maar direct buiten is overgeladen in een busje, maakt dit niet anders. ‘Bij het beoordelen van de ernst van het geval heeft de burgemeester verder terecht betrokken dat er volgens de politie sprake was van drugshandel in georganiseerd en uiterst professioneel verband.’

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen