Tegenstrijdige rapportages over de parkeerdruk rond de nieuw te bouwen cultuurzaal in combinatie met een wijkcentrum - de nieuwe Pelikaan - en huurwoningen aan het Durghorstplantsoen in Krommenie hebben ertoe geleid dat het proces langer duurt dan gepland. 'Zorgvuldigheid prevaleert boven snelheid,' antwoordt het college op schriftelijke vragen van Lokaal Zaans en de PVV.
Het college heeft een door de raad gevraagde parkeertelling laten uitvoeren door een verkeerskundig onderzoeksbureau, dat in april 2024 klaar was met de rapportage. Het bureau telde op twee vrijdagen én twee zaterdagen om zo een consistent beeld te kunnen vormen van de parkeerdruk. De tellingen hebben onder meer plaatsgevonden na 21:00 uur.
De parkeerdruk van de parkeerplaatsen op maaiveld - exclusief de parkeergarage van de DekaMarkt - is vastgesteld tussen de 59 en 79 procent. In de Deka-garage was dat tussen de 23 en 73 procent, maar overwegend rond de 30 procent. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met die van de telling die eerder is uitgevoerd. Het adviesteam Durghorst reageerde verbaasd en de Stichting Agathebuurt (onderdeel van het adviesteam) besloot een eigen telling uit te voeren. Haar rapport laat een hogere parkeerdruk zien: tussen de 89 en 91 procent.
'Wij nemen het onderzoeksbureau én de inbreng uit participatie serieus. In dit geval leidt dat tot uitkomsten die niet direct met elkaar overeenkomen. Wij hebben gemeend die verschillen nader te willen duiden voordat wij beide rapportages met de gemeenteraad delen,' antwoordt het college. Een voorbeeld van zo’n verschil is dat de Stichting Agathebuurt enkele straten in de Bomenbuurt niet heeft meegenomen in de parkeermeting, omdat de woningen daar gesloopt gingen worden en er sprake was van geen of beperkte bewoning. Volgens het college is dat echter irrelevant voor de telling. Het leidt er wel toe dat de tellingen niet één op één met elkaar te vergelijken zijn: 'Het vertroebelt het gesprek over het parkeren.'
In Zaanstad geldt inmiddels dat voor plannen met meer dan 30 woningen vooraf een Mobiliteitsprogramma van Eisen moet worden opgesteld, om mobiliteit al vanaf het begin van een project aandacht te geven. 'In het geval van de Durghorst was dit project echter al verder gevorderd toen het Zaans Mobiliteitsplan werd vastgesteld,' schrijft het college.
Lokaal Zaans en de PVV stelden dat kleine nieuwbouwprojecten binnen een straal van 250 meter van een groter project ook mee zouden moeten worden geteld bij het vaststellen van bijvoorbeeld de parkeerdruk in de hele cirkel. Daar vgaat het college niet expliciet op in: 'Voor Krommenie is ook het mobiliteitsplan Noord opgesteld, waarin verkeermodelberekeningen zijn uitgevoerd om het verkeer in Krommenie en omgeving beter te begrijpen en de effecten van de woningbouwontwikkelingen in kaart te brengen.'
De twee fracties stelden ook dat het college zich rijk rekent door bij verschillende plannen steeds de supermarktgarage mee te tellen bij het aantal beschikbare parkeerplaatsen, maar dat is volgens het dagelijks bestuur niet het geval. 'De DekaMarkt-garage is in de late avonduren niet toegankelijk voor niet-bewoners: vrije parkeer- plaatsen in de garage na sluitingstijd van die garage nemen wij dan ook niet mee in de onderbouwing van de beoogde parkeeroplossing.'
Bij het toetsen aan het parkeerbeleid wordt al ekening gehouden met de mogelijke impact van andere ontwikkelingen in de buurt. Dit houdt in dat bij de verdere uitwerking van de plannen er kritisch wordt gekeken naar de samenhang tussen verschillende projecten en de bijbehorende parkeerdruk.