Proefproject in ZMC om patiënten zo fit mogelijk te zien vertrekken

17 sep , 10:00 Bedrijvigheid
Screenshot_20250916_133133
Google Street View

Zo fit mogelijk het ziekenhuis weer uit. Dat is het doel van een proefproject dat van start is gegaan in het Zaans Medisch Centrum. Op de long- en oncologieafdeling wordt daarvoor alles uit de kast gehaald. Patiënten verliezen vaak conditie als ze lang in bed liggen terwijl ze worden geholpen aan hun kwaal.

Uit onderzoek blijkt dat patiënten die in het ziekenhuis zijn opgenomen een groot deel van de tijd onnodig in bed liggen. Daardoor nemen zelfredzaamheid, spierkracht, breinfunctie en conditie af. En dat is eigenlijk zonde, want als iemand weer net zo fit naar huis gaat als bij binnenkomst is dat gezondheidswinst. De kans om daarna weer opnieuw in het ziekenhuis te belanden neemt af. De long- en oncologieafdeling is daarom begonnen met een proef om te onderzoeken wat het beste werkt om mensen te ondersteunen. Succesvolle onderdelen kunnen daarna op andere afdelingen gekopieerd worden.

Net als thuis

'We willen dat onze patiënten hun dag zoveel mogelijk op een vertrouwde manier kunnen invullen, net zoals ze dat thuis zouden doen,' legt teamleider Demi van der Pol uit op de website van het ZMC. 'We hebben gekeken wat er nodig is om onze patiënten beter te kunnen ondersteunen bij hun herstel. Dat geldt voor beweging, voeding, rust en ontspanning. We kijken waar we dat anders kunnen organiseren zodat het bijdraagt aan het behouden van de conditie en vaardigheden. En - minstens even belangrijk - voor de patiënt is het ook vaak prettiger om actief bezig te zijn.' 

Samen eten

Zo zijn de tijden van de controles van de vitale functies verplaatst van zes uur ’s ochtends naar acht uur ‘s ochtends, werd er een hometrainer neergezet op de gang en is begonnen met gezamenlijk lunchen in de huiskamer op de afdeling. 'We nodigen patiënten daar nu actief voor uit. Ze kunnen zo een praatje maken met elkaar. Dat is fijn omdat het best eenzaam kan voelen als je opgenomen bent. Ook zijn ze uit bed en zitten wat langer in een stoel. Zo bewegen ze al meer. We merken daarbij: zien eten, doet eten. In gezelschap lukt eten soms beter. In de avond nodigen de voedingsassistenten patiënten uit om met elkaar te dineren in de lounge.'