PvdA vraagt naar mogelijkheden om huurverhoging sociale sector te beperken

De PvdA wil van het college horen welke mogelijkheden dat ziet om de maximale verhoging van de huren voor sociale woningen in Zaanstad te beperken tot alleen de inflatie in 2024, dus tot 3,3 procent. De partij heeft zorgen over de stijgende woonlasten en energiekosten en over de balanceeract om een goed evenwicht te vinden tussen betaalbaarheid, verduurzaming en nieuwbouw.

Fractievoorzitter Eylem Köseoglu laat in schriftelijke vragen weten 'zeer blij' te zijn met 'de forse investeringen die de gemeente doet om onze woningcorporaties te ondersteunen', zoals de introductie van de sociale grondprijs. Maar 'ook met deze belangrijke steun aan corporaties blijft het essentieel om de belangen van huurders te bewaken.'  Is het college bereid om met de corporaties in gesprek te blijven over een huurbeleid dat rekening houdt met de financiële situatie van zowel huurders als corporaties?

Raadpleging huurders

Köseoglu wil ook weten hoe door de corporaties in Zaanstad invulling gegeven wordt aan de verplichting uit de Overlegwet om huurdersorganisaties te raadplegen bij het vaststellen van huurverhogingen. Het Huurdersoverleg Zaanstreek heeft bij het college al aangedrongen op een zo beperkt mogelijke verhoging en in elk geval niet de maximale vijf procent die het kabinet mogelijk heeft gemaakt. Dit jaar mag de huur voor middenhuurwoningen met maximaal 7,7 procent omhoog en voor woningen in de vrije sector met maximaal 4,1 procent. Op 1 juli gaan sociale huurwoningen de bewoners meer geld kosten. Bij zelfstandige woningen kan die verhoging nog hoger zijn dan vijf procent, afhankelijk van de maandelijkse (kale) huur of het inkomen.