Meer mensen en meer optredens in poppodia, maar toch grote zorgen

11 aug , 10:00 Bedrijvigheid
pexels-wolfgang-1002140-2747449
Pexels CC0 / Wolfgang

Terwijl in Zaanstad een volwaardig poppodium bij veel politieke partijen hoog op de wensenlijst staat gaat het met de sector niet crescendo. De Nederlandse poppodia presenteerden vorig jaar drie procent meer optredens en ontvingen acht procent meer publiek dan het jaar ervoor, maar ondanks stijgende publieksinkomsten en hogere subsidies daalde het financiële resultaat bij de meeste podia. De seinen staan op rood. 

Dat blijkt uit gegevens van de Vereniging Nederlandse Poppodia en -Festivals, waarbij 74 podia - waaronder De FluX in Zaandam - en 47 festivals zijn aangesloten. Van 59 van de poppodia zijn cijfers over 2023 en 2024 verzameld. In 2024 werden 6.885.354 bezoeken aan de poppodia gebracht. Met name het bezoek aan concerten steeg in 2024, met veertien procent, terwijl het bezoek aan clubavonden met één procent groeide. Het bezoek aan niet-muzikale publieksactiviteiten zoals film en debat steeg flink, met vijftien procent.

Heel veel vrijwilligers

Bijna de helft van de medewerkers van de poppodia was vorig jaar een vrijwilliger (47 procent), bijna een kwart was in loondienst (24 procent) en hetzelfde percentage werd ingehuurd. De overige medewerkers, zoals stagiairs, bedroegen vier procent van het personeel. Het meeste werk in de poppodia werd verricht door betaald personeel: 67 procent door de eigen mensen en tien procent door ZZP'ers. Het aandeel vrijwilligerswerk was elf procent.

Bron: Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals
Bron: Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals

De grootste uitgavenposten van poppodia in 2024 waren programma- en personeelskosten, elk goed voor 35 procent van het totaal. Andere uitgaven waren voor huisvesting (elf procent), inkoop horeca (zes), marketing (twee) en overige kosten (elf procent). Van alle personeelskosten in 2024 ging 73 procent naar personeel in loondienst, veertien procent naar zelfstandigen en zevcen procent naar uitzendkrachten en personeel ingehuurd via een payrollorganisatie. 

Bron: Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals
Bron: Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals

In 2024 bestond 66 procent van de inkomsten van de poppodia uit publieksinkomsten. De kaartverkoop bedroeg 38 procent van de totale inkomsten (36 procent in 2023) en de horecaverkoop 22 procent (dit was 23 procent in 2023). Inkomsten uit garderobe, lockers, servicekosten, lidmaatschappen en merchandise bedroegen zes procent van de totale inkomsten in 2024, net als in 2023. Voor grote podia kan het aandeel publieksinkomsten echter oplopen tot meer dan 90 procent van hun totale inkomsten.

Subsidies - en met name van de gemeente - bedroegen gemiddeld 23 procent van het totaal aan inkomsten. Daarnaast kwam er nog geld binnen uit uit sponsoring (één procent), besloten activiteiten (drie procent) en overige inkomsten (zeven procent).

Bron: Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals
Bron: Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals

De VNPF waarschuwt op grond van deze resultaten dat het Nederlandse live popmuziekcircuit 'zonder structureel robuuste subsidiëring dreigt te worden teruggeworpen naar de vorige eeuw'. Daarmee verliest het zijn vermogen om nieuw poptalent en nieuw publiek aan te trekken en wordt het pop-ecosysteem, waarop het (inter)nationale succes van de nationale popsector rust, ondermijnd. 

Gemeentesubsidies

Waar kaartverkoop en horecaomzet stijgen, houden ze geen gelijke tred met de stijgende lasten. Programmakosten gingen in 2024 met zeventien omhoog, personeelskosten met zestien. Artiesten, techniek, personeel, inkoop: alles werd duurder. Tegelijk blijft een flink deel van de gemeentelijke subsidies achter bij de inflatie. In 2024 kwam 93 procent van alle subsidies die de poppodia ontvingen van gemeenten. Vorig jaar kreeg vijftien procent helemaal geen indexering van de gemeente.  

'VNPF-leden staan onder druk om artiesten beter te betalen (fair pay), maar daar staan nauwelijks extra middelen tegenover. Dat is op termijn onhoudbaar. Ook het aandeel vrijwilligerswerk daalt al jaren en betaald werk neemt toe. Dit maakt de loonkostenstructuur zwaarder. Tegelijk is de ruimte om te bezuinigen beperkt en zijn de marges flinterdun,' aldus de koepel van podia en festivals. 

Nú investeren

'Wie nu niet investeert, verliest straks veel meer,' zegt VNPF-directeur Berend Schans. 'Gemeenten hebben er zelf het meeste bij te verliezen: een gezond popklimaat levert aantoonbaar economische en maatschappelijke waarde op. Van horecabestedingen tot aantrekkingskracht op jongeren en bedrijven. Poppodia zijn de R&D-afdeling van het niet-gesubsidieerde popcircuit. Nederland heeft iets unieks opgebouwd. Dat dreigen we nu weg te bezuinigen.'