Wibra mag personeel de uren laten inhalen die ze vanwege de coronapandemie niet hebben gewerkt. Volgens de rechter voldoet de winkelketen aan afspraken uit de CAO en heeft de FNV geen gelijk met de stelling dat de winkelketen zich niet als een goede werkgever gedraagt.
De zaak draait om de regeling met betrekking tot zogeheten plus- en minuren. Wibra betaalt zijn personeel een vast loon per maand voor een afgesproken aantal uren per week. Het daadwerkelijke aantal gewerkte uren kan daar iets van afwijken, zowel hoger als lager. Als gevolg van de coronamaatregelen bleven winkels van Wibra dicht en kon er minder worden gewerkt. Daardoor ligt bij sommige medewerkers het aantal gemiste uren hoger dan normaal.
De FNV wilde voorkomen dat personeel uren moet inhalen omdat winkels vanwege coronamaatregelen gesloten moesten blijven. De bond stelde ook dat Wibra misbruik zou maken van de coronasteun van de overheid door werknemers de gemiste uren 'gratis' te laten inhalen. Maar volgens de rechter zijn de subsidies gebruikt om de medewerkers die gedwongen thuis zaten hun volledige loon uit te betalen.
Toepassing van de CAO-afspraken leidt er echter niet toe dat de werknemers zich onbeperkt beschikbaar moeten houden voor het inhalen van de minuren. 'Het inroosteren gebeurt in goed overleg met de werknemer en er zijn grenzen aan het maximaal aantal uren dat ingehaald moet worden,' aldus de rechter. 'Het gaat overigens om slechts 40 minuten per werknemer per week extra in de resterende 35 weken van 2021. Dat is niet onaanvaardbaar.'