Kleinverbruik gas in Zaanstad in twee jaar tijd met bijna een kwart gedaald

04 sep , 4:00 Actueel
Screenshot_20250902_130057
Flickr CC0

Het energieverbruik is de afgelopen jaren ongeveer veertien procent gedaald in de Metropoolregio Amsterdam. Het gebruik van aardgas neemt af en stroom zorgt voor een steeds groter deel van het totale verbruik. Toch blijft aardgas in verhouding dominant.

De vermindering van gasverbruik heeft met name te maken met de prijsstijgingen in afgelopen jaren, waardoor mensen hun gedrag hebben aangepast. Ook investeringen in verduurzaming en aardgasvrij verwarmen dragen bij aan deze reductie. Veranderingen in elektriciteitsverbruik zijn moeilijker te duiden. Terwijl verduurzaming leidt tot een lager verbruik, duwt elektrificatie van verwarming en autorijden het verbruik juist omhoog. Er zijn ook duidelijke verschillen tussen klein- en grootverbruikers. Bij de eerste groep bestaat een groter aandeel van verbruik uit gas. Ook reageren kleinverbruikers sterker op de schommelingen in de prijs.

De daling van het gasverbruik bij kleinverbruikers.
De daling van het gasverbruik bij kleinverbruikers.

In 2018 was elektriciteit goed voor 34 procent van het totale energieverbruik en in 2025 is dit gestegen naar 43 procent. Begin dit jaar waren kleinverbruikers, zoals huishoudens en kleine bedrijven volgens de netbeheerders Liander en Stedin goed voor 53 procent van het totale energieverbruik, tegenover 47 procent door grootverbruikers zoals fabrieken en instellingen. De kleinverbruikers zijn verantwoordelijk voor het grootste aandeel van het totale gasverbruik in de regio. Zij verbruiken twee derde van alle aardgas, tegenover een derde door grootverbruikers.

Schaalvoordelen

De verhouding tussen aardgas en elektriciteit verschilt ook tussen klein- en grootverbruikers. Bij kleinverbruikers bestaat 72 procent van het energieverbruik nog uit aardgas, terwijl dit bij grootverbruikers 40 procent bedraagt. Dit laat zien dat de energietransitie onder grootverbruikers al verder gevorderd is. Zij kunnen wellicht door schaalvoordelen sneller investeren in verduurzaming, terwijl huishoudens en kleine bedrijven meer afhankelijk zijn van ondersteuning zoals subsidies, collectieve oplossingen of andersoortige programma’s.

Eigen opwek

Bij het stroomgebruik is de eigen opwek achter de meter niet meegenomen. Het gaat daarbij om energie die gebruikers lokaal opwekken én direct verbruiken zonder dat deze via het openbare net loopt. Ook de levering van warmte via een stadswarmtenet is niet meegeteld. Deze warmte wordt deels opgewekt door het verbranden van afval en biomassa, maar voor het grootste deel nog steeds met aardgas. Gebruikers van stadswarmte zijn dus indirect gebruikers van aardgas.

Schommelingen

De prijzen van gas en elektriciteit volgen vaak dezelfde trend, maar toch zijn de prijsschommelingen in gas forser dan die in elektriciteit. Dit heeft onder andere te maken met de grotere geopolitieke gevoeligheid van de gasmarkten. Zo heeft de oorlog in Oekraïne grote gevolgen voor de gasprijs. Ook is de afhankelijkheid van internationale leveringsketens groter.

Het verbruik van elektriciteit daalt minder sterk als de prijs stijgt. Ondanks de prijsschommelingen is het elektriciteitsverbruik relatief stabiel gebleven. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat elektriciteit veel breder en continu wordt ingezet, zoals bij huishoudelijke apparaten en ICT. Daardoor kan er minder makkelijk op bezuinigd worden. Bovendien zorgt de energietransitie juist voor een stijgende elektriciteitsvraag.

Meer speelruimte

Het belangrijkste verschil tussen een grootverbruiker en een kleinverbruiker van elektriciteit en gas zit in de capaciteit van de aansluiting. Een grootverbruiker heeft een aansluiting groter dan 3x80 ampère voor elektriciteit en een gasaansluiting die meer dan 40 kubieke meter per uur doorlaat. Zij hebben meer verantwoordelijkheid voor het regelen van hun energiezaken en bovendien kunnen ze onderhandelen over energietarieven en leveringsvoorwaarden.