De nieuwe wijze van bekostiging van de specialistische jeugdzorg en de daaraan gekoppelde administratieve rompslomp jagen gemeenten op hoge kosten en zijn een bron van onzekerheid op gemeentehuizen en bij zorgaanbieders. In de regio waarin Zaanstad samenwerkt met andere gemeenten (Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland) is dit jaar al veel geld verdampt: maximaal tot wel 33 miljoen euro, aldus het college.
Dat geld betreft ‘een overschrijdingsbedrag waar geen sluitende verklaring voor is’. Wethouders van de veertien samenwerkende gemeenten en bestuurders van de grotere zorginstellingen zijn het erover eens dat de overschrijding van het begrote bedrag onaanvaardbaar is. ‘Het nieuwe systeem van de jeugdhulp is op deze wijze niet houdbaar. Bijsturen is nodig,’ aldus een brief van het college aan de gemeenteraad. Het ging op 1 januari in.
Brede blik
In de nieuwe werkwijze wordt met een brede blik naar gezinnen gekeken, vanuit het idee dat meerdere factoren een rol spelen bij de ontwikkeling van een kind. Wanneer een gezin bijvoorbeeld problemen heeft met schulden of huisvesting of wanneer sprake is van verslaafde gezinsleden, wordt dit bij de aanpak betrokken. Uitgangspunt is dat kinderen tijdig worden geholpen, waarmee verwijzingen naar zwaardere en duurdere hulp zoveel mogelijk wordt voorkomen.
[embed][/embed]
Groter bereik
Het bereik van de Jeugdteams is de afgelopen jaren sterk gestegen. Dit betekent dat meer kinderen op een laagdrempelige manier relatief lichte hulp en ondersteuning ontvangen. Dat is positief. Daar staat tegenover dat cliënten veel vaker dan werd verwacht worden doorverwezen naar dure specialistische hulp. Ook krijgen meer kinderen een indicatie voor verblijf, wat niet strookt met het uitgangspunt dat ze ‘zo thuis als mogelijk’ moeten kunnen opgroeien.
‘ De ruimte die het nieuwe stelsel biedt om in te zetten wat nodig is, lijkt vooralsnog te leiden tot onnodige kostenverhoging aan de specialistische achterkant, terwijl er juist ruimte nodig is om de preventieve voorkant te versterken,’ aldus de brief. Bovendien kan het door de gezinsbrede aanpak voorkomen dat hulp worden gefinancierd uit het jeugdhulpbudget terwijl het geld eigenlijk uit een andere pot had moeten komen.
Nadere analyse
Of er daadwerkelijk meer jeugdigen worden geholpen is bovendien nog onderwerp van nadere analyse: ‘Het elektronisch berichtenverkeer geeft nog geen eenduidig beeld.’ Een aantal oorzaken voor de omhoog vliegende kosten is wel bekend. Zoals de flinke toename van jeugdigen die voorheen in de Wet langdurige Zorg werden opgevangen en een toename van het aantal meerderjarigen van achttien tot 23 jaar dat een beroep op hulp vanuit de Jeugdwet doet.
[embed][/embed]
Er is een aantal maatregelen afgesproken om de kosten niet verder uit de hand te laten lopen. Dit zijn onder andere:
- Iedereen krijgt de hulp die nodig is, maar nieuwe indicaties starten altijd met lichte hulp en die wordt opgeschaald als dat nodig is;
- Verwijzers krijgen inzicht in de bandbreedtes van de kosten van hulp om kostenbewuster te verwijzen;
- Er wordt een bovenregionaal (opleidings)programma ontwikkeld om verwijzers beter te leren passend te verwijzen;
- De tarieven voor enkelvoudige specialistische jeugdhulp blijken te laag en de tarieven voor meervoudige problematiek blijken te hoog. Op basis van de analyse worden de tarieven voor 2019 opnieuw vastgesteld;
- Alle bedragen worden geanalyseerd. Met hulp van accountantsbureau KPMG kijken de zorgaanbieders hoe de betrouwbaarheid van de beschikbare gegevens over het aantal jeugdigen in de zorg kan worden verbeterd en hoe de overschrijding naar beneden bijgesteld kan worden.
[embed][/embed]