Huurder moet door slim stroomgebruik einde salderingsregeling zelf opvangen

30 mei , 16:30 Actueel
screenshot 20240313 075211 1jpg
Solar Zaanstad

Zonnepanelen leiden na het afschaffen van de salderingsregeling per 1 januari 2027 tot een financieel nadeel voor huurders,zo blijkt uit onderzoek door het ministerie van Volkshuisvesting, corporatiekoepel Aedes en de Woonbond. Voor compensatie is geen geld, meldt verantwoordelijk minister Mona Keijzer aan de Tweede Kamer.

Het nadeel ontstaat doordat huurders de door zonnepanelen opgewekte stroom dan niet meer kunnen wegstrepen tegen het stroomverbruik. Huurders betalen hun huidsbaas maandelijks gelijkblijvende servicekosten voor het gebruik van zonnepanelen, terwijl de baten van de eigen opwek vanaf 2027 afnemen. In het onderzoek is gerekend met gemiddelden, maar de effecten kunnen per huishouden verschillen.

Daarnaast is in het onderzoek niet meegenomen dat huurders nog tot en met volgend jaar voordeel hebben van de salderingsregeling. Het wordt gunstiger om zoveel mogelijk zelf opgewekte stroom direct te gebruiken. Hierdoor hoeven huurders minder stroom van het net af te nemen of terug te leveren, wat helpt om het nadelige financiële effect te beperken.

Slim stroomgebruik

Door bijvoorbeeld overdag de wasmachine of vaatwasser aan te zetten wordt meer zelf opgewekte energie door de huurder gebruikt en daarbij ook het stroomnet ontlast. Het kabinet gaat samen met de huursector bekijken hoe huurders met zonnepanelen beter geïnformeerd kunnen worden over het verhogen van het eigen verbruik. Het kabinet monitort wat de afschaffing van de salderingsregeling in de praktijk betekent. Eerder werd al bekend dat veel sociale huurders graag van hun panelen af willen.

Binnen drie jaar na de inwerkingtreding van de Wet beëindiging salderingsregeling zal hierover verslag worden uitgebracht. In de tweede helft van 2025 onderzoekt het ministerie in ieder geval de gevolgen voor huurders van woningen met veel zonnepanelen, die zeer goed geïsoleerd zijn. Bij deze woningen betaalt de huurder een energieprestatievergoeding aan de verhuurder. De minister onderzoekt of de hoogte daarvan nog redelijk is.