Mensen die beweren dat ze in Zaanstad ‘door de scanauto’ ten onrechte bekeurd zijn voor parkeren zonder te betalen spreken volgens het college niet de waarheid: gezien de procedure kán dat niet. Dat is het antwoord op vragen van PVV’er Menno Barends aan het college.
De procedure is dat de scanauto automatisch de kentekens controleert op plekken met betaald parkeren, aan de hand van het Nationaal Parkeer Register dat bijhoudt of voor een kenteken parkeerrecht is afgenomen. Een paar uur later vindt er nog een extra controle plaats. Dan wordt bekeken of de parkeerder nog heeft betaald nadat de scanauto langsreed, om te voorkomen dat die parkeerder een boete krijgt terwijl hij of zij net aan het betalen was. Dat maakt het ‘in feite is dus niet mogelijk’ dat mensen ‘geen tijd hadden om bij de automaat te komen’. Ze hebben daar tien minuten de tijd voor. Bij de nacontrole van de door de scanauto gemaakte foto’s door mensenogen op het stadhuis wordt bovendien gekeken of er nog mensen in de auto zitten of net aan het in- of uitstappen waren.
Bescherming controleurs
Dat mensen erover klagen dat ze bij een bij nu geen parkeercontroleur meer kunnen aanspreken is volgens het college deels te wijten aan de verharde omgangsvormen. ‘Eén van de afwegingen voor de aanschaf van een scanvoertuig was het zorgvuldiger en eerlijker kunnen uitvoeren van de parkeercontrole. Maar ook om het werk voor de parkeercontroleurs veiliger te maken. Parkeercontroleurs zijn in de loop der jaren een doelwit geworden op wie vanuit de samenleving verbaal (beledigingen) en soms zelfs fysiek (agressie) wordt afgereageerd,’ schrijft het college. En mensen kunnen zich desgewenst nog altijd tot een BOA wenden.
