Wethouder Dennis Straat van Zaanstad heeft er geen problemen mee dat de Amsterdamse cruiseterminal in de hoofdstad blijft en niet naar de Achtersluispolder komt. ‘De Coenhaven is gewoon de beste plek.’
Gisteren hakten Amsterdam en Zaanstad de knoop publiekelijk door, maar de voorkeur voor de Coenhaven was eerder al gelekt door Het Parool. De verhuizing van de Passenger Terminal Amsterdam (PTA) moet in 2024 zijn beslag krijgen. De huidige terminal naast het Centraal Station wordt een te grote belasting voor de binnenstad en de verplaatsing is ook nodig voor de geplande bruggen over het IJ.
Zo’n 4000 woningen minder
De Amsterdamse wethouder schat dat de bouw ten koste zal gaan van ongeveer 4000 woningen in de toekomstige woonwijk Haven-Stad. Daar moeten de komende decennia bedrijven plaatsmaken ten gunste van 40.000 tot 70.000 huizen. Zo’n transformatie van industrieterrein naar een gemengd geboed waar wonen en werken naast elkaar bestaat is eveneens voorzien voor de Achtersluispolder en de komst van de PTA was volgens Straat een mooie aanjager voor dat plan geweest. Een spelbreker bleek echter de bouw van de lange kade die vereist is om minstens twee cruisechepen tegelijk te kunnen laten aanmeren. Een kade die in de Coenhaven al voorhanden is.
Kosten 150 tot 200 miljoen euro
Jaarlijks doen ongeveer 145 zeecruises de hoofdstad aan, die samen 340.000 passagiers meenemen en de trend is dat cruiseschepen steeds groter worden. Om de echte kolossen het Noordzeekanaal op te krijgen moet overigens wel eerst de nieuwe zeesluis bij IJmuiden operationeel zijn. De kosten van de verplaatsing van de PTA zijn eerder door havendirecteur Koen Overtoom geschat op 150 tot 200 miljoen euro.
