De veiligheid, leefbaarheid en de woningkwaliteit in Zaandam Oost laten te wensen over en het college wil daar wat aan doen. Er is nu een pakket maatregelen naar de raad gegaan voor onder meer het bestrijden van malafide kamerverhuur, voor de verduurzaming van huizen en het vergroenen en gebruiksvriendelijker maken van de openbare ruimte. Er wordt tot 2031 59,8 miljoen euro in gestoken.
Op een aantal plekken in Zaandam Oost zorgt kamerverhuur voor overbewoning en overlast. Het is steeds vaker een verdienmodel, ook voor criminelen en het drijft de schaarste op de al krappe woningmarkt op, ziet het college. Zaanstad gaat daarom extra capaciteit inzetten op handhaving bij illegale kamerverhuur. Een integraal interventieteam waaraan ook de Arbeidsinspectie, de douane, de Belastingdienst en de politie meewerken moet criminele netwerken en verdienmodellen zo veel mogelijk in het honderd laten lopen.
Alle woningen bezocht
Onderdeel daarvan is ook het ‘inponden’ van circa 100 woningen, te beginnen met particulier bezit waarmee veel overlast wordt veroorzaakt. ‘Inponden’ betekent dat voormalige sociale huurwoningen worden teruggebracht naar de corporatiesector. De ambitie is om binnen drie jaar bij alle woningen in Zaandam Zuid, de Rosmolenwijk, Poelenburg, Peldersveld, Hoornseveld en de Kogerveldwijk tenminste één keer een bezoek af te leggen om de feitelijke bewoning te controleren en daarmee woonfraude en woonoverlast tegen te gaan.
Verduurzaming
Een regeling waarmee particuliere eigenaren hun woning duurzamer kunnen maken moet zorgen voor meer comfort in huis, een lagere energierekening en minder CO2-uitstoot. Het doel is om 650 woningen te verbeteren tot minimaal energielabel B, waarvan 500 woningen ook gereed worden gemaakt voor een toekomstige aansluiting op een warmtenet. Daarnaast wordt in samenwerking met Betaalbare Koopwoningen Zaanstad een financieel instrument ontwikkeld om 100 woningen via sloop en nieuwbouw en 100 woningen via renovatie te verduurzamen.
In ’t Veldpark
Er komen meer bomen en groen in de openbare ruimte, zodat die nog meer uitnodigt tot spelen, bewegen en ontmoeting. Om het gebied meer klimaatadaptief te maken komt er een voorziening voor ondergrondse waterberging. Het Darwinpark en het Burgemeester In ’t Veldpark worden ‘nog meer uitnodigend’. Voor het Zaans Natuur en Milieucentrum komt een nieuw, duurzaam onderkomen in het Darwinpark – de basis is het voormalige schoolgebouw van de Octant in Assendelft – en om overlast in het In ’t Veldpark te voorkomen komt er elders een tijdelijke inloopvoorziening met gebruikersruimte voor de groepen mensen die nu nog vaak in het park bivakkeren.
Dit laatste is nog geen sinecure: de gemeente gaat zich ’tot het uiterste zal inspannen om in de eerste helft van 2022 een dergelijke voorziening te realiseren,’ maar een geschikte locatie is nog niet gevonden en er wordt rekening gehouden met ‘risico op weerstand van omwonenden’. Een permante voorziening is niet aan de orde omdat de Rijksgelden uit het Volkshuisvestingsfonds waarmee het overgrote deel van alle kosten van het maatregelenpakket gedekt worden maar voor de duur van vijf jaar kunnen worden ingezet. Het college wil aan de inloopvoorziening maximaal 2.500.000 euro uitgeven.
Potentie benutten
Zaanstad ‘kan met deze maatregelen een flinke verbeterslag maken, maar kijkt nog verder naar de toekoms’t. ‘Kwetsbare wijken zoals die in Zaandam Oost verdienen onze aandacht. Het zijn wijken met geweldige inwoners en ongelofelijk veel potentie, maar niet iedereen krijgt gelijke kansen om alles uit zijn of haar mogelijkheden te halen,’ aldus burgemeester Jan Hamming in een persbericht. ‘Daarom moeten we juist hier investeren. Tegelijkertijd blijven we realistisch, we lossen natuurlijk niet álle problemen in één keer op met een bijdrage (van 41,9 miljoen euro, red.) uit het Volkshuisvestingsfonds: daar is meer voor nodig.
Zaanstad blijft daarom samen met andere gemeenten het Rijk vragen om structurele investeringen in kwetsbare gebieden. ‘Iedereen verdient het om zijn of haar dromen waar te maken, iedereen verdient gelijke kansen. Dat vraagt om langetermijndenken vanuit de overheid en daarover blijven we met het Rijk het gesprek aangaan.’
