Gedeputeerde Staten zijn akkoord met het verlenen van een natuurvergunning aan De Nijs UBA Zaandam BV voor de transformatie van een deel van de voormalige veevoederfabriek van Brokking in Wormerveer tot 68 appartementen. Stikstofdepositie staat dat niet in de weg, oordeelde de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord.
De nieuwe appartementen aan de Noorddijk liggen dichtbij het Natura 2000-gebied Wormer- en Jisperveld en Kalverpolder en daarom waren ook overige nadelige effecten zoals verstoringen van flora en fauna door trillingen, geluid en licht niet op voorhand uit te sluiten. Daar is echter geen sprake van, oordeelde de omgevingdienst. De bouwlocatie ligt aan de rand van de bebouwde kom van Wormerveer en dus in een verstedelijkte en al verstoorde omgeving.
Het fabrieksterrein maakt geen deel uit van de leefgebieden van te beschermen soorten op het land en voor vissoorten is verstoring uit te sluiten aangezien niet in het water wordt gewerkt. Trillingen en geluid zijn gezien de ligging van de bouwplaats aan de andere kant van de - ter plaatse meer dan 100 meter brede - Zaan eveneens niet aan de orde en wat licht betreft geldt dat verlichting in de aanlegfase zodanig moet worden afgesteld dat uitstraling naar het 'Wormer- en Jisperveld en de Kalverpolder wordt voorkomen.
Onderzoek naar eventuele vliegroutes van de meervleermuis direct langs het plangebied heeft geen route langs de Watering aangetoond
. Voor de Noordse woelmuis is een ontheffing verleend en is een vervangend leefgebied aangelegd ten noordwesten van Brokking. De aan onze kant van de Zaan levende Noordse woelmuizen kunnen niet direct tot de populatie van het Wormer- en Jisperveld en de Kalverpolder worden gerekend, maar ze kunnen daar in theorie wel een genetische uitwisseling mee hebben, aldus de onderbouwing van de omgevingsdienst. Ze hoeven daarvoor immers alleen het water over te steken.
Voor Brokking was op 29 oktober 1976 een Hinderwetvergunning verleend voor alle processen in de fabriek, terwijl er pas Natura 2000-gebieden zijn sinds juni 1994. Omdat er voor Brokking geen latere vergunningen met een lagere vergunde emissie dan die van 1976 is, is deze 45 jaar oude vergunning de referentiesituatie in deze zaak. Het project met de 68 appartementen is het laatste onderdeel van het al grotendeels gerealiseerde Brokking-plan.
Omdat een groot deel van het gebouw is blijven staan kan de Hinderwetvergunning, waarin overigens geen emissieplafond voor stikstofoxiden en ammoniak was opgenomen, nu nog gebruikt worden om intern mee te salderen. Bij Brokking werd de emissie van stikstof veroorzaakt door het gebruik van stookinstallaties en van een schranklader (een soort shovel), en door verkeersbewegingen over de weg en per schip. De werkelijke uitstoot die dit gaf is nergens vastgelegd en is nu dus zo goed mogelijk berekend, onder meer op grond van cijfers van een nog bestaande veevoederfabriek elders.
De 68 appartementen in het oude fabrieksgebouw worden niet op het aardgasnetwerk aangesloten, zodat de stikstofemissies beperkt blijven tot de verkeersbewegingen. Eenmaal bewoond gaan de woningen volgens de berekeningen 483 bewegingen van motorvoertuig per etmaal opleveren: 450 van licht verkeer, acht van zwaar vrachtverkeer en 25 van middelzwaar verkeer tot en met de kruising van de N514.
Intern salderen mag alleen als de stikstofdepositie in de referentiesituatie hoger was dan in de nieuwe situatie en uit de Aerius-verschilberekening
blijkt dat dit het geval is. Dit maakt dat er geen sprake is van significante gevolgen voor het Natura 2000-gebied en dat de natuurvergunning kan worden verleend.
Het ontwerpbesluit wordt nu zes weken ter inzage gelegd en gedurende die periode kan iedereen er schriftelijk of mondeling zienswijzen over naar voren brengen. Ingediende zienswijzen worden met het uiteindelijke besluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden gericht aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, Postbus 2095, 1620 EB Hoorn onder vermelding van het zaaknummer OD.334130.