Volgende fase toepassing ‘Rotterdamwet’ aangebroken

Door bijvoorbeeld de sloop van de Spaghettiflat  verandert het woningaanbod.
Door bijvoorbeeld de sloop van de Spaghettiflat verandert het woningaanbod.
Foto: Google Street View

Sinds 2018 krijgen in Poelenburg en Peldersveld mensen met een non-commercieel beroep – zoals leraren, verpleegkundigen en politieagenten – voorrang op huurwoningen en worden nieuwe huurders door de politie gescreend op overlastgevend gedrag of criminele activiteiten. Dat beleid is nu geëvalueerd en alternatieve routes dringen zich op. De raad moet een richting kiezen.

De meeste vrijkomende corporatiewoningen zijn sinds het nieuwe beleid er kwam voor de twee Zaandamse wijken toegewezen aan mensen met een inkomen uit werk in een niet-commerciële sector: tussen 1 juli 2018 en 1 december 2019 gebeurde dat in 173 gevallen. Of dit daadwerkelijk een positief effect heeft op de leefbaarheid en veiligheid is echter (nog) niet aangetoond: daarvoor was volgens de evaluatie de tijd te kort.

Nu de vier jaar waarvoor de ‘Rotterdamwet’ in eerste instantie gold bijna afgelopen is, moet de raad bij een eventuele verlenging een nieuwe aanvraag doen bij de minister van Binnenlandse Zaken. Op grond van de opgedane ervaringen is het college voorstander van meer maatwerk bij de toewijzing van sociale huurwoningen, waarbij niet doorslaggevend is of iemand werkt of een uitkering heeft. Omdat de veiligheid maar weinig is verbeterd, wil het de screening van huurders door de politie voortzetten.

Groter gebied

Voor particuliere huurders wordt een extra toets op de herkomst van hun inkomen aangeraden, om meer grip op de instroom in deze sector te krijgen en om ondermijning tegen te gaan. Ook deze huursector in het beleid betrekken wordt voorgesteld omdat de evaluatie van de afgelopen jaten aangeeft dat een deel van de leefbaarheidsproblemen in dat segment van de woningmarkt ligt. Om waterbedeffecten te voorkomen wil het college daarnaast onderzoeken of de bijzondere maatregelen ook kunnen gaan gelden in een aantal kwetsbare kleinere buurten en wooncomplexen in Zaandam Oost.

De Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek die een dergelijk regime mogelijk maakt kent een aantal varianten, met elk zijn voor- en nadelen. Aan de raad wordt nu gevraagd om daaruit een keuze te maken, met als meest ingrijpende een einde aan de speciale status van Poelenburg en Peldersveld op het gebied van sturing van de bevolkingsopbouw middels de toewijzing van corporatiewoningen. Het bevorderen van een diversere populatie kan ook door bijvoorbeeld het toevoegen van woningen in andere segmenten, sloop en liberalisatie van sociale huur.

Effecten vertraagd

Het voordeel van het laatste is meer keuzevrijheid voor woningzoekenden en minder druk op andere wijken om urgente groepen zoals statushouders of mensen die uitstromen uit een instelling te huisvesten. Aan de andere kant zal de verandering van de bevolkingssamenstelling langzamer verlopen, blijft de druk op het onderwijs nog lang groot en kan de instroom van mensen met criminele antecedenten niet langer worden voorkomen.

Motivatie meewegen

Minder rigoreus is stoppen met de voorrangsregel, maar wel de screening op crimineel gedrag voortzetten. Ook kan ervoor gekozen worden om nieuwe huurders te selecteren  op grond van hun bijdrage aan de wijk (zoals vrijwilligerswerk) of op hun bereidheid om zich te laten begeleiden naar werk. Niet iemands inkomen of werksituatie is dan bepalend, maar hoe betrokken en gemotiveerd hij of zij is. ‘Omdat het arbeidsintensief is om met alle nieuwe huurders gesprekken te voeren, is het te overwegen dit alleen te doen met nieuwe huurders in de meest kwetsbare complexen,’ schrijft het college ter toelichting bij deze optie, waarbij de politietoets ook een blijvertje is.

Een volgende mogelijkheid is om het huidige beleid in een iets aangepaste vorm voort te zetten. Dat betekent voorrang voor mensen met een inkomen uit arbeid en extra voorrang voor mensen met een non-commercieel beroep. ‘Zeker omdat het nog even duurt voordat de bouwproductie goed op gang is gekomen en de samenstelling van de woningvoorraad gaat veranderen,’ heeft het college hier een voorkeur voor. Dat de voorrang voor mensen die werkzaam zijn in een niet-commercieel beroep wordt losgelaten is een gevolg van het feit dat zij zich, anders dan was aangenomen, niet extra bleken in te zetten voor hun woonomgeving.

‘De vraag is of mensen in niet-commerciële beroepen meer betrokken zijn dan mensen die in de commerciële sector werken,’ stelt het college nu, om zelf het antwoord al te geven. Het tekort aan leraren en zorgpersoneel dat met de voorrang moest worden aangepakt wordt nu ook als maatwerk gezien en niet langer als een probleem dat kan worden opgelost met een generieke maatregel.

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen