Zaanstad zit goed met het nieuwe beleid voor brievenbusstickers dat later dit jaar ingaat. Plaatsvervangend procureur-generaal Mark Wissink van de Hoge Raad geeft in zijn advies aan het rechtscollege het Stadsblad Utrecht gelijk, dat eiste dat huis-aan-huisbladen ook door ongestickerde bussen blijven vallen. Daar gaat hier ook gebeuren.
Utrecht wilde een opt in-systeem invoeren waarbij de gratis nieuwsbladen uitsluitend zouden mogen worden bezorgd op adressen met een nee/ja- of een ja/ja-sticker (het eerste voor folders en het tweede voor krantjes). Daarmee stelde die gemeente de huis-aan-huisbladen gelijk aan ongeadresseerd reclamedrukwerk, dat aan bussen zonder sticker voorbij zou gaan. Het Stadsblad Utrecht tekende daar bezwaar tegen aan en de Hoge Raad zal het standpunt van de media nu overnemen: het advies van een procureur-generaal wordt vrijwel altijd gevolgd.
Persvrijheid wint
Hoewel sommige bezwaren van de gemeente tegen de eerdere uitspraak van het Hof in haar nadeel volgens Wissink wel deels zouden kunnen slagen, ziet hij er geen reden in om tot een ander oordeel dan het gerechtshof te komen. Dat besliste dat het opt in- systeem voor huis-aan-huisbladen in strijd is met artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens over de persvrijheid. Het Hof ging bovendien mee in de stelling van het Stadsblad Utrecht dat de digitale exploitatie alléén niet rendabel zou zijn.
Minder oud papier
Na de uitspraak van het Hof heeft Utrecht al voorgesorteerd op de uitkomst in cassatie en het beleid daar al aan aangepast, zodat de zaak bij de Hoge Raad alleen de ultieme juridische onderbouwing betreft. Sinds de nieuwe stickers er zijn ingevoerd gooien Utrechtse huishoudens gemiddeld 4,2 kilo minder foldermateriaal (en kranten) weg, zo bleek vorig jaar.
