Het gaat de goede kant op met de gemeentelijke bemoeienis met Poelenburg en Peldersveld, is de teneur van een brief van het college aan de raad. Het gaat meestal met kleine stappen, soms via grote ingrepen. Maar er zit beweging in.
Wat de afgelopen maanden wel duidelijk is geworden, is dat de problematiek in de wijken nog taaier en hardnekkiger is dan gedacht. De ingrediënten: armoede, uitkeringen , taalachterstand, lagere schooladviezen dan gemiddeld en de continue aanwezigheid van (zwerf)vuil. Problemen die wanneer ze wijdverbreid zijn gewoon dreigen te worden maar, waarschuwt het college, dat is een val waar Zaanstad niet in moet trappen.
Samenwerking om de problemen in samenhang aan te pakken is een noodzaak, maar ‘in buurten waar problemen zich opstapelen zie je vaker dat samenwerken niet vanzelf gaat. Dat organisaties en professionals al blij zijn wanneer ze op hun eigen terrein het eigen stoepje schoon kunnen houden.’ Bij alle vijf opgaven die het gemeentebestuur zich gesteld heeft - kort samengevat de aanpak van taal, opvoeding en onderwijs, jongeren, participatie en armoede en vuil - komt de samenwerking daardoor nog onvoldoende van de grond.
Wat is er het afgelopen half jaar zoal gedaan?
Een belangrijk verbeterpunt is volgens het college de bewustwording bij een groot deel van de (voornamelijk Turkse) bewoners in Poelenburg en Peldersveld van hun belangrijke rol in de opvoeding en verantwoordelijkheid voor schoolprestaties. Eind januari vindt een bestuurlijk overleg plaats om te onderzoeken wat er nodig is aan onderwijs en ondersteuning aan de kinderen in deze wijken en daarbij worden ‘onconventionele maatregelen’ niet uitgesloten.
Wat in het oog springt, is dat gezondheidsrisico’s in de beide wijken groot zijn. De cijfers over obesitas bij kinderen zijn verontrustend (uit onderzoek in 2016 bleek dat 31 procent van de jongeren uit Poelenburg in de 4e klas van het voortgezet onderwijs overgewicht had, tegenover 20 peocent in Zaanstad gemiddeld). In de komende periode wordt dit onderwerp als zesde opgave verder uitgewerkt in gesprek met bewoners en professionals.