Het cameratoezicht rond station Krommenie – Assendelft is ditmaal door de burgemeester met onbepaalde tijd verlengd. De tijdelijke maatregel zou morgen aflopen, maar met de onveiligheid in het gebied lijkt het niet vanzelf goed te komen.
Dankzij het cameratoezicht zijn de afgelopen maanden meerdere naderende verstoringen van de openbare ordein een vroegtijdig stadium opgemerkt, waardoor bijtijds ingegrepen kon worden. Daarnaast zijn de beelden gebruikt voor verschillende opsporingsonderzoeken, meldt de gemeente in een persbericht. Het cameratoezicht is van meerwaarde gebleken voor het toezicht en de handhaving, hoewel een onlangs met geweld beroofde inwomer van Wormer er geen baat bij heeft gehad. De politie denkt de daders van die straatroof echter via beelden van particulieren op het netvlies te hebben.
Toegevoegde waarde
‘Omdat er nog steeds sprake is van (dreiging van) incidenten in dit gebied, heb ik in het belang van de openbare orde besloten om het cameratoezicht te verlengen,’ aldus burgemeester Jan Hamming. ‘Wij vinden dat we alles in het werk moeten stellen om de Zaanse straten veiliger te maken. De camerabeelden hebben hun toegevoegde waarde de afgelopen periode bewezen, bijvoorbeeld voor de politie. Maar ook van buurtbewoners krijgen we te horen dat ze blij zijn met het cameratoezicht. Juist omdat het zin heeft, omdat zowel politie, handhaving en omwonenden aangeven dat het werkt, vinden wij dat we dit middel nu voor langere periode moeten inzetten.’
Zaandam
Krommenie – Assendelft is en blijft samen met Zaandam het enige station in Zaanstad met camera’s. Onlangs bleek dat ook fietsenstalling De Drootschuur aan de westzijde van het Zaandamse station inmiddels beveiligd is met camera’s die handhaving en de politie live kunnen volgen. Eerder waren beelden alleen achteraf terug te kijken, wat met name gezien het grote aantal fietsendiefstallen in de stalling tot onvrede leidde. In De Droogschuur hebben ze al wel bewezen dat ze – in combinatie met het open karakter van het gebouw – de sociale veiligheid ten goede komen, zei wethouder Gerard Slegers onlangs.
