Vijf fracties willen in de raadsvergadering van 12 januari bijgepraat worden over de zaak-Ornina. Ze willen van de burgemeester gedetailleerde informatie over de gang van zaken en ook niet onbelangrijk: wat zijn de financiële consequenties voor de gemeente als gevolg van het intrekken en vervolgens retourneren van de vergunningen van de uitbater van het Zaandamse restaurant?
De Partij voor Ouderen en Veiligheid, Democratisch Zaanstad, Partij voor de Dieren, de PVV en SP zitten nog vol vragen na de bekendmaking van Jan Hamming dat de zaak van Bassel Kurdi aan het Kuilpad na een maandenlange sluiting van zijn zaak na het opheffen van de lockdown toch weer open mag. De vraag is maar of dat nog kan: de ondernemer heeft Ornina inmiddels leeggehaald en hij heeft de voorbije maanden een grote schuld opgebouwd. De zaak staat al maanden te koop zonder dat er interesse voor is: volgens de regels van het geldende bestemmingsplan is de bedrijfsvoering vanwege de beperkingen die daaraan gesteld worden niet levensvatbaar.
Partycentrum niet toegestaan
Dat is de kern van het probleem: Kurdi dacht een bedrijf te gaan runnen dat volgens de regels helemaal niet is toegestaan op die plek in het recreatiegebied Jagersplas. ‘Dat is het zure aan de situatie,’ concludeerde eerder mr Frank Visser al: de exploitatie van wat nu Ornina heet als een partycentrum heeft zo’n kwart eeuw voor het grootste deel illegaal plaatsgevonden, maar daarmee is geen recht opgebouwd om op dezelfde voet door te kunnen gaan.
Bovendien zou Kurdi bij zijn vergunningaanvraag te horen hebben gekregen dat die uitsluitend bestemd was voor het exploiteren van een restaurant en dat de feesten en partijen die jarenlang de kurk waren waarop de onderneming dreef dus niet langer gedoogd zouden worden. Dat heeft hij niet begrepen – en dat is hem duur komen te staan. Op grond van een vijftal kleine afwijkingen van wat hij wél mocht raakte hij zijn bedrijf kwijt.
Vragen
De vijf fracties die deze kwestie begin volgend jaar in een rondvraag willen bespreken willen onder andere weten wie precies de procedure op verzoek van Jan Hamming heeft onderzocht, waarom het onderzoek twee maanden moest duren en wanneer duidelijk wordt welke gevolgen deze zaak heeft voor vergelijkbare besluiten van de burgemeester. Ook willen ze dat de adviezen die tot de teruggave van de vergunningen leidden openbaar worden gemaakt.
