De Partij voor de Dieren en de SP maken zich zorgen over het gemak waarmee Zaanstad kapvergunningen verleent naar aanleiding van de aan de provincie gegeven toestemming voor het omzagen van ruim 40 bomen langs de Leeghwaterweg in Zaandam. Daarbij is over het hoofd gezien dat een belangrijk vleermuizenonderzoek ontbrak.
Judit Raa (PvdD) en Evert Hartog (SP) komen vanavond met een motie die het college opdraagt om het proces rondom de bomen aan de Leeghwaterweg te onderzoeken om daar lering uit te trekken en om zo te komen tot verbetering van de besluitvorming. ‘Deze hele gang van zaken is buitengewoon te betreuren en herhaling dient in elk geval voorkomen te worden,’ schrijven de twee. De gemeente verleende de provincie op 9 juli de vergunning verleend voor het kappen van een aaneengesloten rij Canadese populieren tegenover de Zaanse Schans, over een lengte van rond 400 meter.
Ernstig verzuim
Die bomen grenzen aan de Kalverpolder, en dat is een Natura 2000-gebied dat onder meer is aangewezen als leefgebied voor de meervleermuis. Gezien de ligging en de functie van deze bomen kan er sprake zijn van externe werking en dat had volgens de Wet natuurbescherming onderzocht moeten worden, maar gebeurde niet. En Zaanstad verzuimde om van de provincie de verplichte Verklaring van geen bedenkingen te eisen omdat er geen ontheffing van de Wet natuurbescherming was aangeleverd.
Vandaar de twijfels bij de twee fracties over een adequate afhandeling van toekomstige en al verleende kapvergunningen en de gevolgen daarvan voor beschermde plant- en diersoorten, ’te meer daar Zaanstad zuinig moet zijn op haar bomen gezien het relatief geringe aantal bomen per inwoner’. De voorgenomen kap lijkt overigens althans voorlopig van de baan.
