Korte wapenstok in zicht voor BOA’s; pepperspray en taser nog onderzocht

Foto: Twitter

Meer buitengewone opsporingsambtenaren kunnen in de toekomst een wapenstok krijgen en de beslissing daarover komt in de eerste plaats bij het lokale gezag – de driehoek burgemeester, politie en justitie – te liggen. Dat besluit aan de hand van een nieuw criterium over de toekenning van geweldsmiddelen. De minister toetst alleen achteraf.

Tot nu toe moet minister Ferdinand Grapperhaus van Justitie en Veiligheid van tevoren toestemming verlenen en dat gebeurde niet al te vaak. De bonden en de BOA’s hevven nu met stakingen afgedwongen dat er een nieuwe regeling komt voor de uitrusting met geweldsmiddelen. Nu geldt nog het noodzaakscriterium, wat feitelijk betekent dat er sprake moet uitgegaan van het veiligheidscriterium: de veiligheid van de BOA’s wordt doorslaggevend. Er moet een veiligheidsplan komen waarbij de risico’s van het werk (toezichthouden of handhaven) in kaart worden gebracht, ook voor de eerste minuten. Als die niet beperkt (kunnen) worden, mogen BOA’s worden uitgerust met geweldsmiddelen.

Training en rekenschap afleggen

Als eerste komt daarvoor de korte wapenstok in aanmerking. Voor een uitbreiding met pepperspray en tasers is nader onderzoek nodig. Er was al eerder afgesproken dat er pilots zouden komen met betrekking tot geweldsmiddelen voor onder meer gemeentelijke handhavers en die zullen versneld worden uitgevoerd. Grapperhaus wil de nieuwe regels nog voor de zomer voorleggen aan de Tweede Kamer. Hier pleitte Liberaal Zaanstad onlangs nog voor een uitgebreidere bewapening van de BOA’s met pepperstay en een wapenstok. Tot nu toe hebben die alleen een bodycam. Wanneer de handhavers in de toekomst de wapenstok trekken, moeten ze er achteraf wel rekenschap over afleggen. Ook moeten ze allemaal op termijn dezelfde selectie en training ondergaan als politiemensen.

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen