Reusachtige mossels in Jagerspas, maar hoelang nog?

De Brakwaterstrandschelp (Rangia cuneata).
De Brakwaterstrandschelp (Rangia cuneata).
Foto: Wikimedia / George Brettingham Sowerby I (1788-1854)

Onder de kop Monstermossels in de Jagersplas heeft Nature Today gepubliceerd over een vondst van de Zaanse bioloog David Sluis, die er eerder over schreef in zijn column voor nieuwssite De Orkaan. Sluis ontdekte in de Zaandamse plas grote aantallen en extreem grote exemplaren van de brakwaterstrandschelp (Rangia cuneata), een exoot die oorspronkelijk uit de Golf van Mexico stamt. Dat hij inmiddels voorkomt in het Noordzeekanaal was bekend, maar er is geen verbinding tussen beide oppervlaktewateren. En dat in de Jagersplas is zoet, niet brak.

Sluis zag tientallen reuzenexemplaren van de mossel van zes centimeter of meer. De hoogste lengte van een levend exemplaar was 7,1 centimeter en ook qua schelpdikte en gewicht ‘bleken het monsters,’ aldus het tijdschrift. Inclusief vlees bleek een stevige tweekleppige schelp van 6,1 centimeter maar liefst 135 gram te wegen – een gewone, eetbare mossel van de grootste klasse weegt inclusief schelp hoogstens 30 gram. Het kan echter best zijn dat de soort in de Jagersplas ook al weer aan het uitsterven is. Uit de literatuur blijkt namelijk dat de soort in (te) zoet water weliswaar maximale afmetingen kan bereiken, maar dat de dieren zich zo goed als niet meer voortplanten. ‘Je zou kunnen zeggen dat ze in de ideale biotoop (lees: brak water) hun energie gebruiken om zich voort te planten, terwijl ze in zoet water hun energie omzetten in groei,’ schrijven de experts van Nature Today. Die theorie lijkt gestaafd te worden door het feid dat langs de oevers van de Jagersplas geen kleine, jonge brakwaterstrandschelpen zijn aangetroffen.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen