Huizenprijzen zijn in de Zaanstreek in het tweede kwartaal van dit jaar gemiddeld 15,76 procent gestegen ten opzichte van dezelfde periode in 2016. Onze regio was daarmee de op drie na snelste stijger op dit gebied.
Koploper op de verhitte huizenmarkt is de regio Amsterdam, waar woningen 21,61 procent duurder werden. Daarna volgen het zuiden van West-Friesland (19,02 procent) en Almere (16,4). Na de Zaanstreek komen de regio’s Leiden (15,3), Bollenstreek (15,29), Amersfoort (13,88) en Midden Kennemerland (13,71 procent). Opmerkelijk genoeg is de stijging in de Zaanstreek veel groter dan die in Haarlem en directe omgeving (9,83 procent), omdat die regio vaak als het eerste alternatief voor Amsterdam wordt genoemd voor kopers die gezien hun budget niet meer in de hoofdstad terecht kunnen.
Over heel Nederland gezien was de gemiddelde prijsstijging in het tweede kwartaal negen procent. Vergeleken met een jaar eerder was in de maanden april, mei en juni slechts in drie regio’s sprake van dalende huizenprijzen: Zeeuws-Vlaanderen (-2,17 procent), Uden en omstreken (-1,27) en de Zeeuwse Eilanden (-0,92 procent).
De prijs van de gemiddelde verkochte woning is nu 259.615 euro. Dat is ruim 25 procent hoger dan op het dieptepunt in 2013 en twee procent hoger dan in recordjaar 2008. Vooral appartementen gaan voor hogere bedragen weg. De looptijd van verkochte woningen bedraagt inmiddels 63 dagen, 25 dagen minder dan een jaar geleden.
Halverwege het tweede kwartaal (de peildatum voor het aanbod) stonden er bij NVM-makelaars bijna 73.000 woningen in de etalage (op een totaal van 97.000 te koop aangeboden huizen). Dat is 35 procent minder dan een jaar geleden. Ook vergeleken met een kwartaal eerder is er sprake van een daling van het woningaanbod, van bijna acht procent.
Slinkend aanbod
De belangrijkste reden voor de gemiddeld sterke prijsstijgingen is dit in rap tempo teruglopende aanbod. Amsterdam, Waterland, Leiden en de stad Groningen zijn volgens makelaarsvereniging NVM voorbeelden van regio’s met een sterk toenemende schaarste aan de aanbodkant. Verder dragen de stijgende koopkracht, de groeiende werkgelegenheid en de nog altijd lage rentestand bij aan de groei van de woningmarkt.
In het tweede kwartaal van dit jaar wisselden ruim 42.600 bestaande NVM-koopwoningen van eigenaar (op een totale markt van 56.900 verkochte huizen). Daarmee is na vijftien kwartalen op rij een einde gekomen aan de stijging van het aantal transacties.
