Een Kamervoorstel om gemeenten te verplichten het geld dat ze krijgen voor armoedebestrijding ook werkelijk aan dat doel te besteden heeft niet kunnen rekenen op een meerderheid. De PvdA, SP, 50Plus en Denk probeerden om de bedragen voortaan te oormerken, maar daar komt het niet van.
NH Nieuws onthulde vorige week dat veel gemeenten niet het hele van het Rijk ontvangen bedrag uitgeven – zoals Zaanstad, dat vorig jaar bijna twee ton op de plank liet liggen – of aan een ander doel dan waarvoor het werd overgemaakt. Volgens staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zou het geld oormerken heel veel bureaucratie en administratieve lasten opleveren, wat ook niet ten goede zou komen aan de doelgroep. Zij hoopt dat gemeenten uit zichzelf hun leven zullen beteren.
Kinderen horen niet op te groeien met geldzorgen! Staatssecretaris Tamara van Ark van @MinSZW roept gemeenten op om alle jongeren in armoede in beeld te krijgen en de verbinding te zoeken met andere terreinen, zoals sport, gezondheid en jeugdzorg. https://t.co/lE7wZKKW0M pic.twitter.com/F9KOBRl6LR
— Gemeentenv/dToekomst (@gemeentenvdt) November 27, 2018
In Nederland leeft een op de negen kinderen in een gezin dat het niet breed heeft. Het kabinet trekt sinds 2017 jaarlijks 100 miljoen euro extra uit om de armoede onder kinderen en jongeren aan te pakken, zodat ze kunnn meedoen aan sport, muziek of een schooluitje. Gemeenten zijn lokaal verantwoordelijk voor het armoedebeleid en krijgen het grootste deel van het geld, 85 miljoen. In Zaanstad heeft de PvdA vragen gesteld over de besteding van het geld.
De rest gaat naar landelijke armoedeorganisaties (tien miljoen voor Leergeld Nederland, het Nationaal Fonds Kinderhulp, Stichting Jarige Job en het Jeugdfonds Sport & Cultuur) en naar speciale projecten gericht op kinderen in arme gezinnen (vijf miljoen euro).
