Terug naar de tekentafel met herrie van Coenbrug en A8

Hogere geluidsschermen bij de Coenbrug houden burgers en de lokale politiek al jaren bezig en kostten wethouder Gerard Slegers bijna de kop omdat hij naliet de raad tijdig te informeren over nieuwe ontwikkelingen en er kwamen Kamervragen , maar nu is er een ontnuchterend rapport van Royal HaskoningDHV. Mochten de schermen er al komen, dan zullen ze weinig verschil maken.

Het onderzochte traject. 

Het rapport Akoestisch onderzoek verhogengeluidscherm A8 Coenbrug van 8 januari dit jaar gaat primair over de geluidreductie die kan worden bereikt door de bestaande schermen te verhogen. Aanvullend is ook gekeken naar een snelheidsverlaging, het absorberend uitvoeren van de schermen, het verwijderen van de toe- en afrit bij de N203 en de fijnstofreductie als gevolg van de schermverhoging. Aangetoond is dat bij de eerstelijns woningen een geluidreductie kan worden bereikt van maximaal circa drie dB als de bestaande geluidschermen met twee meter worden verhoogd. 'Dat is waarneembaar, maar kan in de praktijk tegenvallen,' stellen de experts.

Gedreun blijft

Vanaf de tweedelijns bebouwing is het effect lager. De overige onderzochte varianten (snelheidsverlaging, absorberend maken van de schermen, verwijderen toe- en afrit N203) leiden tot een nauwelijks waarneembare afname van het geluid van circa één dB. Bovendien zal het verhogen van de schermen er niet toe leiden dat het ‘dreunende’ geluid van de stalen brug afneemt. 'Dat geluid kan juist meer gaan opvallen, omdat dat geluid dan (nog) minder wordt gemaskeerd door het wegverkeerslawaai. Ook heeft het verhogen van de schermen geen invloed op de concentraties fijnstof ter hoogte van de woningen,' aldus het rapport.

Het verhogen van de geluidschermen kan wel een positieve invloed hebben

op de ‘beleving’ van het geluid, is de verwachting. 'Door het vrachtverkeer (dat nu nog boven de schermen uitsteekt) aan het zicht te onttrekken, kan de hinder die wordt ervaren afnemen. Dat betekent wel dat de nu nog transparante delen van het geluidscherm ondoorzichtig moeten worden gemaakt, wat mogelijk stuit op bezwaren uit landschappelijk oogpunt. Als de keuze wordt gemaakt om de schermen te verhogen, vergt dit met het oog op de verwachte geluidreductie goed verwachtingsmanagement.' De onderzoekers zien meer in een aantal alternatieven:

• Verminderen van de geluidafstraling (het ‘klankkasteffect’) van de stalen brug, waarover al gesproken wordt door de gemeente en Rijkswaterstaat. Er gelden geen normen voor geluidafstraling van bruggen.
• Onderzoek naar de mogelijkheden om met gevelisolatie het geluid in de (slaapkamers van) de woningen te verminderen. 'Er zijn middelen beschikbaar waarmee op natuurlijke wijze kan worden geventileerd, zonder dat daarbij (een grote hoeveelheid) geluid de woning binnendringt. Zo’n oplossingsrichting vergt wel een duidelijk kader waarbinnen maatregelen worden getroffen (wanneer wel, wanneer niet). Nadeel van deze oplossing is dat ze geen effect hebben in de tuinen van de woningen.'