Het college wil nog deze maand een besluit nemen over de herziene Huisvestingsverordening, die het mogelijk moet maken om in Zaanstad opkoopbescherming in te voeren. Als de kogel door de kerk is wordt het document voor een beoordeling naar de provincie gestuurd, die zes weken de tijd heeft om er haar goedkeuring aan te hechten of die te onthouden. De raad kan er dan in het eerste geval in het tweede kwartaal een oordeel over vellen.
Om woningzoekenden, waaronder starters en middeninkomens op de woningmarkt meer kans te geven op een betaalbare koopwoning kan de gemeente er sinds januari 2022 - na een wijziging van de Huisvestingswet - voor kiezen om een opkoopbescherming in te voeren op grond van schaarste aan goedkope en middeldure koopwoningen of op grond van leefbaarheid die onder druk staat door het opkopen van woningen voor de verhuur. Begin 2022 nam de gemeenteraad een motie aan om daarmee aan de slag te gaan.
De opkoopbescherming werkt in de vorm van een vergunningstelsel en moet daarom worden opgenomen in de plaatselijke Huisvestingsverordening. Op 12 december vorig jaar heeft de Eerste Kamer een gewijzigde Huisvestingswet vastgesteld, die per 1 januari 2024 is ingegaan. Daarin kreeg de provincie haar toetsende rol. Is de provincie akkoord, dan is een tweede stap het inregelen van het vergunningproces. Het college noemt nog geen vermoedelijke ingangsdatum van de nieuwe regels. Overigens lijkt het probleem van het ontregelen van de markt door (particuliere) verhuurders niet meer zo groot te zijn, vanwege ingrepen van de Rijksoverheid die 'huisjesmelken' minder aantrekkelijk hebben gemaakt .