Het Meetnet biodiversiteit van de gemeente is nog niet echt van de grond gekomen, mede door een tekort aan vrijwilligers. Het belangrijkste aandachtspunt voor dit jaar is dan ook het werven van meer mensen. Ook gaan de groepen voor broedvogels en vissen van start, waarvan het monitoren nog niet begonnen is.
Het meetnet moet de mogelijkheid bieden om gerichte maatregelen te nemen waar dat nodig is, zoals aanpassingen aan het beheer en onderhoud. De Wageningen Universiteit stelde in 2017 het meetnet biodiversiteit voor Zaanstad op en in 2018 werd begonnen met de uitvoering ervan. Een capaciteitstekort en later ook de coronamaatregelen hebben er echter voor gezorgd dat dit zeer beperkt is gebleven.
Bij een evaluatie in 2020 bleek daarnaast dat het opgestelde meetnet nagenoeg onuitvoerbaar was met de beschikbaar gestelde middelen. Daarom is in 2021 opdracht gegeven om het te vereenvoudigen en uitvoerbaar te maken met de inzet van
vrijwilligers. Dit heeft geleid tot een herstart van het meetnet, met een aangepast plan waarin is gekeken welke soortgroepen al gemonitord worden door andere organisaties, zoals bijvoorbeeld de weidevogels. Die worden buiten beschouwing gelaten en in plaats daarvan worden er afspraken over het delen van gegevens gemaakt.
Voor de herstart vorig jaar zijn vrijwilligers geworven en opgeleid daarna hebben ze hebben gegevens verzameld over het voorkomen van vleermuizen, vlinders, bijen, libellen, planten, zoogdieren, ringslangen en rugstreeppadden.