Bewoners de Pharus willen antwoord op 78 vragen over het warmtenet

Foto: Google Street View

Bewoners van de Pharus hebben het college en de raad 78 vragen gestuurd over de aansluiting van hun flatwoningen op het warmtenet en de gang van zaken rondom dat besluit. Dat gebeurde op verzoek van ‘diverse raadsleden’ naar aanleiding van een inspraakbijdrage over de bouw van de biomassacentrale in Zaandam.

De ‘verontwaardigde bewoner van de Pharus’ die daar aan het woord kwam voelde zich overvallen door de gemeente en corporatie Parteon met de opdracht om binnen twee weken een besluit te nemen over het al dan niet aansluiten op het warmtenet, nadat door Parteon stelselmatig ontkend zou zijn dat er nieuwe ontwikkelingen te melden waren. De Intentieovereenkomst warmtenet Zaandam-Oost uit 2017 waarop het latere positieve besluit volgde zou bovendien ondertekend zijn door de toenmalige voorzitter van de Vereniging van Eigenaren zonder medeweten van de VvE-leden.

Gekleurde informatie

De door de gemeente opgezette voorlichtingsavond over het warmtenet was volgens de boze bewoner ‘bijzonder gekleurd en eenzijdig’. Vragen stellen was niet mogelijk. Hij roept op om de Pharus niet aan te sluiten op het warmtenet en om met de bewoners in gesprek te gaan. De net begonnen voorbereidingen voor de bouw van de biomassacentrale aan de Pascalstraat moeten worden stilgelegd.

De VvE van de Pharus zou zich op 27 november opnieuw uitspreken over het warmtenet, maar de bewoner vindt dat deze algemene vergadering met stemming moet worden uitgesteld tot er meer duidelijkheid is. ‘Dit hoeft niet te betekenen dat de Pharus zich (op termijn) niet aan zal sluiten op het warmtenetwerk, maar de bewoners krijgen wel hiermee de kans om weloverwogen een besluit te nemen.’

Hij heeft ook moeite met ‘de dominante positie van Parteon binnen de VvE’, zeker bij dit onderwerp. De corporatiestem vertegenwoordigt 49 procent van het totaal in de uitslag.

De 78 vragen en verzoeken nemen we integraal over:

  • Opschorten van de geplande tweede VvE-vergadering van 27 november.
  • Help de bewoners van de Pharus bij het ‘leesbaar maken’ van de overeenkomst Aansluit- en leveringsvoorwaarden voor Warmte.
  • Het eigenarenaandeel van Parteon binnen de VvE is (te) groot, waardoor de uitslag van een stemming nooit representatief is voor de bewoners van de Pharus en niet zal overeenkomen met een weerspiegeling van hoe de leden aankijken tegen de aansluiting op het warmtenet. Feitelijk kan Parteon met zijn aandeel elke beslissing naar zijn hand zetten dan wel ondermijnen.
  • Een verzoek aan de gemeente en andere betrokken partijen om een nieuw voorlichtingsmoment te organiseren voor de leden van de VvE en huurders, waarbij ruimte is om vragen te stellen en meningen uit te wisselen.
  • Wie is eindverantwoordelijk voor het welslagen van het aanleggen van het warmtenet en warmtebronnen?
  • Kunnen tegenvallende resultaten afgewenteld worden op de eindgebruikers?

  • Wie is verantwoordelijk voor het leveren van warmte indien na of tijdens de opstartperiode van vijftien jaar het hele warmtenet project niet voortgezet wordt?
  • Waarom moeten de oude, recent voor veel geld aangepaste cv-ketels van de Pharus in hun geheel verwijderd worden?
  • Waarom zijn recent de ketels in Pharus voor veel geld aangepast, terwijl Parteon op 9 mei 2017 de Intentieovereenkomst Warmtenet Zaandam-Oost heeft ondertekend?
  • Waarom heeft Parteon niet ingegrepen om de gemaakte kosten voor het aanpassen van de ketels te voorkomen?
  • Gaat Parteon omwille van het feit dat ze de gemaakte kosten voor de aangepaste ketels had moeten voorkomen, dit bedrag terugstorten in het reservefonds van de Pharus?
  • Waarom heeft het bestuur van de VvE geen toestemming gevraagd aan de leden voor het ondertekenen van de intentieovereenkomst?
  • Waarom heeft Parteon en/of het bestuur van de VvE van de Pharus verzuimd de leden van de VvE over deze intentieovereenkomst te informeren?
  • Kunnen de huidige cv-ketels blijven staan en zodanig geprepareerd worden dat ze eventueel later (bijvoorbeeld bij het afbreken van het warmtenetproject) weer in gebruik genomen kunnen worden dan wel aangepast kunnen worden aan bijvoorbeeld stoken met waterstof of elektrisch verwarmen?
  • Kunnen de huidige ketels behouden blijven en dienen als back-up bij leveringsproblemen van het warmtenet?
  • Indien de cv-ketels verwijderd worden en het warmtenetwerk niet voortgezet/afgebroken wordt, wie betaalt dan het terugplaatsen van cv-ketels of andere warmtebronnen in de Pharus?

  • Kunnen wij zonder meer het contract met Engie op elk gewenst moment opzeggen?
  • Op welke wijze worden de tarieven vastgesteld en welke rol gaat de warmtewet hebben op het tarief?
  • Waarop is de vijf procent korting van toepassing en hoe transparant is de prijsberekening waarop de korting van toepassing is, voor nu en in de toekomst?
  • Welke onafhankelijke instantie toetst en bewaakt het tarief dat aan de afnemers doorbelast wordt?
  • Welke kosten zijn ‘nieuw of extra’ bij aansluiting op het warmtenet ten opzichte van onze huidige situatie?
  • In artikel 3 van de aansluit- en leveringsovereenkomst is sprake van het betalen door afnemers van ‘bijdrage vermeden kosten (bvk)’. Wat is bvk, wat verstaan wij hieronder en wat betekent dit voor de VvE-leden versus huurders van de Pharus?
  • In artikel 3.2 van de overeenkomst staat dat Parteon een bijdragen gaat leveren, uitsluitend bedoeld voor het gebouw in ‘haar’ eigendom. Wie gaat dan de bijdrage betalen voor het gebouw ‘niet zijnde haar eigendom’ van Parteon en worden hiermee de overige VvE-leden bedoeld?
  • In artikel 3.4 van de overeenkomst is er sprake van een korting van vijf procent bij aanvang van de warmtelevering voor bewoners. Betekent dit dat de korting slechts eenmalig is?
  • In 3.4 van de overeenkomst is er sprake van dat de eindafrekening minder dan vijf pocent daalt als gevolg van administratieve lasten. Waarom is er dan toch sprake van een voordeel van vijf procent en staat 3.4 dan niet haaks op de toegezegde korting?
  • In 3.5 van de overeenkomst wordt beschreven dat jaarlijks op 1 januari de prijs zal stijgen op basis van CPI. Waar staat CPI voor en hoe verhoudt deze verhoging zich tot de tariefstelling conform de warmtewet?
  • Indien de stijging van de tarieven conform de warmtewet lager uitpakt dan de CPI, wat is dan leidend voor het nieuwe tarief? 3
  • Is deze CPI-indexatie bovenop de marktprijs van biomassa en gas (voor de bijstook installaties)?

  • In 3.6 van de overeenkomst staat dat bij toenemende kosten Engie in overleg met de afnemer nieuwe tarieven af mag spreken. Echter indien de afnemer hier niet mee instemt omdat bijvoorbeeld de afnemer vindt dat de extra kosten behoren tot het ondernemersrisico ook als deze door overheidswege worden opgelegd, dan artikel 1.4 van kracht zal zijn. In artikel 1.4 wordt de positie van de afnemer uitdrukkelijk van de hand gewezen. Wordt hiermee de afnemer vogelvrij verklaard en kan Engie vrijelijk zijn tarieven aanpassen en is het bedoelde overleg slechts formaliteit?
  • In bijlage 2 van de overeenkomst staat dat gedurende de contracttermijn de kosten voor gebouweigenaren neutraal blijven en de kosten voor huurders vijf procent dalen. Wie vallen onder de term ‘gebouweigenaren’ en waarom wordt er onderscheid gemaakt met huurders?
  • Indien ‘gebouweigenaren’ de VvE-leden bedoeld worden, dan staat dit haaks op de aan hen beloofde vijf procent korting. Krijgen zij nu wel of geen korting? 3
  • In bijlage 2 van de overeenkomst staat vermeld dat de indexatie gelijk is aan de EOR-ondergrens van 150 procent. Wat is EOR en welke invloed heeft dit op het aanvangstarief en de daaropvolgende jaarlijkse tariefstellingen?
  • In bijlage 2 van de overeenkomst wordt er gesproken over ‘weq’. Waar staat weq voor?
  • In bijlage 2 van de overeenkomst staat dat de bijdrage per ‘weq’ 786.61 euro bedraagt en de kosten van ‘BVK’ 62,90 euro. Zijn dit kosten die per huishouding/afnemer doorbelast worden en betaald moeten worden bovenop de afgenomen warmtelevering?
  • Op dit moment heeft de Pharus contracten met leveranciers voor levering en onderhoud van installaties en levering van gas/energie. Welke consequenties zijn verbonden aan het tussentijds afbreken van de overeenkomsten? Wie neemt de eventuele hieraan verbonden kosten voor zijn rekening?
  • Welke fiscale milieubelastingen zijn van toepassing op de geleverde warmte vanuit een biomassacentrale?
  • De warmtewet gaat uit van een tarief dat niet hoger mag zijn dan een gasgestookt huis. De gasprijs gaat naar verwachting progressief stijgen als gevolg van overheidsbeleid. Wat zijn hiervan de gevolgen?

  • Wat gebeurt er met het tarief voor afnemers indien de prijs voor biomassa explosief toeneemt?
  • Wat is de definitie van ‘duurzame biomassa’?
  • Wie geeft er een garantie af op de duurzaamheid van de biomassa, voor nu en in de toekomst?
  • Wie geeft er een garantie af voor het feit dat biomassa niet uit het buitenland gehaald wordt?
  • Wie geeft er een garantie af dat er geen bomen gekapt gaan worden ten behoeve van de biomassacentrale?
  • Welke onafhankelijk instelling controleert de biomassacentrale op het gebruik van ‘duurzame’ biomassa en grijpt in indien de gebruikte biomassa niet voldoet aan de vastgestelde en gegarandeerde duurzame biomassa?
  • Wat zijn de consequenties in de verhoudingen tussen afnemer en de warmteleverancier (Engie) indien er geen of niet uitsluitend gebruik wordt gemaakt van ‘duurzame’ lokale biomassa? Is er dan sprake van contractbreuk en kan de eindgebruiker de overeenkomst hierop opzeggen?
  • De wethouder spreekt over ‘lokale biomassa’. Wat is de definitie van ‘lokaal’: Zaanstreek, provincie, Nederland en of heel Europa?
  • Wat gebeurt er met het tarief indien de centrale overheid CO2-belasting gaat heffen?
  • De maatschappelijke weerstand tegen biomassacentrales neemt toe. De kans dat de centrale overheid biomassacentrales in de toekomst gaat ontmoedigen neemt hierdoor eveneens toe. Wie is dan verantwoordelijk, wie draait er dan op voor de kosten?

  • De maatschappelijke weerstand tegen biomassacentrales neemt toe. Waarom houdt de gemeente Zaanstad hier geen rekening mee?
  • Waarom worden er geen alternatieve mogelijkheden gepresenteerd en deze vergeleken met de voor- en nadelen van het warmtenet?
  • Waarom wordt er niet gekozen voor wind en zonne-energie voor het verwarmen van het warmtenet?
  • Waarom investeren Parteon en de gemeente in het warmtenetwerk terwijl het milieu beter geholpen wordt door het goed isoleren van woningen?
  • Waarom investeert de gemeente wel in de aansluiting van de Pharus op het warmtenet en niet in het isoleren van de Pharus?
  • Waarom eerst de keuze voor het warmtenet en niet voor isolatie?
  • Er wordt verondersteld dat na vijftien jaar meerdere partijen warmte kunnen leveren op het ‘open’ warmtenet. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat het warmtenet dezelfde kenmerken heeft als de geliberaliseerde energiemarkt van gas en elektriciteit. Deze vergelijking gaat echter mank, omdat het gas- en elektriciteitsnet meer dan zeven miljoen afnemers kent, terwijl het warmtenet van Zaandam-Oost enkele duizende afnemers telt. Hoe zien de gemeente, Bioforte, Engie, Alliander en de woningcorporaties dit voor zich?
  • Indien een geliberaliseerde markt voor het warmtenet uitblijft en de marktwerking dus zijn werk niet kan doen, waarom wordt er dan wel vanuit gegaan dat de tarieven op termijn gaan dalen? H
  • Wie geeft er een garantie dat er meerdere aanbieders de markt gaan betreden?
  • Hoeveel aansluitingen op het warmtenet zullen er zijn er in 2030 en kan de geplande biomassacentrale deze groei aan?

  • Indien de biomassacentrale onvoldoende capaciteit heeft om aan de groeiverwachtingen te kunnen voldoen, betekent dit dan dat er nog meer biomassacentrales bij gebouwd gaan worden?
  • De gemeente ziet de biomassacentrale als een tijdelijke oplossing. Wat is de economische levensduur van de biomassacentrale en wat is de gewenste levensduur van de centrale?
  • Wie geeft de garantie af dat de biomassacentrale niet voor het verstrijken van zijn economische levensduur uit de roulatie wordt gehaald?
  • Is er überhaupt een einddatum waarop de biomassacentrale definitief stilgelegd wordt?
  • Waarom accepteert de gemeente Zaanstad een toename in de fijnstofconcentratie?
  • Wie is er verantwoordelijk indien het aantal gezondheidsklachten in de directe omgeving van de biomassacentrale toeneeemt?
  • Neemt de gemeente Zaanstad de verantwoordelijkheid op zich indien er sprake is van toenemende gezondheidsklachten na het opstarten van de biomassacentrale?
  • Vindt op het gebied van de gezondheidsrisico’s een nulmeting plaats voor het aanzetten van de biomassacentrale zodat na het opstarten de effecten op de gezondheid van de directe betrokkenen gemonitord kunnen worden?
  • Aansluitend op de vorige vraag over de gezondheidsaspecten; wordt er een norm vastgesteld waarbij bij overschrijdingen ingegrepen zal worden en zo ja, hoe gaat die er dan uitzien?
  • Worden er quota-afspraken gemaakt over de maximale uitstoot van CO2- en fijnstofconcentraties?
  • Welke onafhankelijke instelling controleert de maximale uitstoot en welke maatregelen worden genomen bij overschrijdingen?

  • In de leveringsovereenkomst is door Engie een warmtegarantie afgegeven aan alle afnemers. In dezelfde overeenkomst staat dat Engie levert tot aan de voordeur van het gebouw de Pharus en daarna het warmtetransport overlaat aan de VvE. Indien de installatie en pompen niet in staat zijn om voldoende warmte aan de bovenste etages te leveren, wie is er dan verantwoordelijk en wie draait er dan voor de kosten op?
  • Aan welke criteria moet de warmte voldoen bij een buitentemperatuur van bijvoorbeeld -10 of 15 graden Celsius? Kortom wat mogen eindafnemers minimaal verwachten van de minimumtemperatuur in huis ten opzichte van de buitentemperatuur?
  • Is er een onafhankelijke partij/ombudsman binnen de gemeente Zaanstad die eventuele klachten komt toetsen en bindende uitspraken mag doen?
  • Indien blijkt dat de warmtelevering niet voldoende is, welke (laagdrempelige) instelling kan dan de leverancier dwingen om aan de leveringsplicht te gaan voldoen?
  • Indien blijkt dat de warmtelevering niet voldoende is, is een gang naar de rechter dan het enige alternatief voor de eindafnemer (dit is voor de meeste bewoners van de Pharus niet haalbaar)?
  • De biomassacentrale komt dicht bij een school, bewoning, kinderopvang en ziekenhuis. Volgens de gemeente is voor deze locatie gekozen omdat deze centraal ligt waardoor er kortere leidingen nodig zijn voor het transport. Echter, de gemeente geeft aan te streven naar een aansluiting op het warmtenet van Amsterdam. De afstand tot dit net is vele male groter. Waarom houdt de gemeente dan vast aan het bouwen van de centrale op genoemde locatie en kiest ze niet voor een randgebied waardoor de overlast van de biomassacentrale kleiner is dan wat nu verwacht mag worden?
  • Indien het warmtenetwerk gekoppeld wordt aan het warmtenet van Amsterdam, wie wordt dan verantwoordelijk voor de kwaliteit van de geleverde warmte?
  • En in dat laatste geval, wat worden dan de plannen voor het ‘open’ warmtenetwerk en de geliberaliseerde marktwerking?
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen